In de reeks Debatten van de Arduinkaai was er woensdagavond een interessant gesprek omtrent het thema Brussel, de Vlamingen in Brussel en de perspectieven van de hoofdstad voor de komende gesprekken rond een verdere staatshervorming.
Het debat was aangekondigd als een confrontatie tussen Brussel en Leuven, gebaseerd op enkele straffe uitspraken van de Leuvense burgemeester Louis Tobback (sp-a), die stelde dat Vlaams-Brabant (en dus niet enkel zijn stad) minder middelen krijgt van de Vlaamse overheid, omdat die overheid er blijkbaar vanuit gaat dat het geld dat ze spendeert in Brussel ook de Vlaams-Brabanders ten goede komt. Vele Vlaamse Brusselaars verslikten zich blijkbaar in hun ontbijt toen ze dit in de ochtendkrant lazen.
Tobback werd dus gevraagd om één en ander te komen toelichten, de aangekondigde Bart De Wever (n-va) was jammer genoeg in laatste instantie verhinderd. Voor het nodige tegengewicht moesten de Brusselse ministers Pascal Smet (sp-a) en Guy Vanhengel (vld) zorgen. Deze laatste lanceerde recent een initiatief om de Brusselse Vlamingen op één lijn te krijgen met het oog op de volgende ronde van de staatshervorming die er na de volgende verkiezingen zeker aankomt, voornamelijk met het oog om meer geld naar Brussel te krijgen, wat dan weer allerlei bezwaren ontlokte bij Vlaams minister-president Leterme (cd&v), die opmerkte dat er in Brussel dringend werk gemaakt moet worden van beter openbaar bestuur.
Eigenlijk mengde men naar mijn gevoel hiermee twee debatten, één tussen Tobback en Leterme, en een ander tussen Vanhengel en Leterme en/of de federale overheid, maar desalniettemin kregen de sprekers de tijd en ruimte om hun standpunten uiteen te zetten (vooral Tobback kreeg hier ruim baan van moderator Yves Desmet). Ik onthou vooral het standpunt van Tobback dat als Brussel meer geld moet krijgen, dat de anderen (Vlaanderen en de federale overheid vooral) dan garanties willen dat er beter bestuurd wordt, en dat oneigenlijke mechanismen van financiering die tegen de geest van de staatshervorming en zijn financieringswet ingaan (zoals onlangs het geval was voor de MIVB) niet meer mogelijk moeten zijn.
Vanhengel en Smet gingen hier een stuk in mee, maar benadrukten daarnaast de hoofdstedelijke functie van Brussel, plus het feit dat de hoofdstad met zijn 10% van de bevolking nog altijd goed is voor 20% van de Belgische welvaartsproductie, maar dat velen uit Vlaams- en Waals-Brabant het verdiende geld exporteren naar hun woonplaatsen. Pascal Smet ging nog verder en stelde dat Brussel vanuit urbanistisch en sociaal-economisch standpunt nu al groter is dan de 19 gemeenten, en dat bijvoorbeeld Vilvoorde en Halle duidelijk tot de grootstedelijke invloedssfeer van Brussel horen. En ondanks het feit dat hij nu geen voorstander is van uitbreiding van het gewest, dit binnen 20 tot 50 jaar wellicht een heel andere discussie wordt.
In dit debat werden uiteraard geen oplossingen aangereikt, dat zou nogal moeilijk zijn zonder Franstalige deelnemers, maar met deze en andere denkbeelden stapte je toch weer buiten met een beter begrip van de achtergronden die in dit maatschappelijk-politieke debat een rol spelen.