Zaterdagnamiddag kwam ik een beetje ongewild in de Zinnekeparade terecht. Ik heb het al niet voor optochten, fanfares of massamanifestaties tout court. Maar het frappeerde me weer dat, ondanks de vele goede wil, de dikwijls verfijnde kostuums en maquillage en de creatieve vehikels waarmee men door de stad paradeerde, ik helemaal niet verrast werd.
Je verkleedt je zo gek mogelijk, last of vijst wat restmateriaal aan elkaar, voegt er nog heel wat randfiguren aan toe en laat hen een choreografie uitvoeren. Ondanks de verschillende kleuren, thema’s etc. van de vele groepen, lijkt het mij dikwijls meer van hetzelfde. Jawel, het thema verandert iedere twee jaar, maar verandert daarmee de stoet?
En wat me nog het meest afstoot, is het lawaai. Dergelijke optochten gaan steevast gepaard met héél véél tromgeroffel. Kleine troms, grote troms, hier en daar wat koperblazers ertussen, maar altijd evidente ritmes en vooral zo luid mogelijk, want iedere groep wil gezien worden natuurlijk!
Voor alle duidelijkheid: ik heb niets tegen het hele idee achter de Zinnekeparade, en respect voor de manier waarop het tot stand komt: maanden lang bereiden tientallen groepen vrijwilligers onder begeleiding hun eigen deel van de stoet voor, en dat brengt heel wat mensen samen. En eerlijk is eerlijk: om een groep mensen van diverse leeftijd en divers pluimage op enkele maanden tot één groep met één choreografie om te smeden, daar is energie, overtuigingskracht en enthousiasme voor nodig. Creativiteit die mensen samenbrengt, daar heb ik niets op tegen.
Maar misschien zou het toch wel eens iets anders mogen worden. Weg van de megalomanie, kleiner, fijner, verfijnder. Al was het maar bvb. een massachoreografie met verschillende deelgroepen op de Kunstberg, van het paard van Godfried van Bouillon tot aan de boezem van koningin Elisabeth bijvoorbeeld.
Dezelfde avond ging ik naar een voorstelling van het geliefde KunstenfestivaldesArts, met name de dansvoorstelling “Flocking-Quintet” van Brice Leroux. De danser-choreograaf Brice Leroux is enorm gefascineerd door bewegingspatronen en variaties, en haalde voor deze voorstelling zijn inspiratie uit de bewegingen van / in een zwerm vogels.
Daaraan koppelde Leroux “Acht studies voor automatische piano” van Seth Horvitz.
Op het donkere podium een geprogrammeerde piano, die met een repetitieve hoge toon het begin van de voorstelling inluidt. Enkel het toetsenbord is verlicht, verder niets dan een donkere ruimte. Daarna licht een witte cirkel op boven de piano, die de enige lichtbron voor de hele voorstelling wordt. Wat volgt, wil ik eigenlijk niet te veel onthullen. Zachtjes wordt een eerste figuur zichtbaar, die in een derwish-achtig kostuum patronen begint te beschrijven over het speelvlak. Niet al dansend, maar door over het podium te schuiven, nu eens langzaam, dan weer sneller; rechtlijnig, circulair of schijnbaar lukraak; al dan niet rond de eigen as draaiend. De wisselwerking met de muziek blijft fascineren: soms zijn muziek en beweging volledig op elkaar afgestemd, soms verwijderen ze zich van elkaar om later weer samen te komen. De ene performer wordt na een tijdje vergezeld van een tweede, dan weer een derde, vierde en vijfde performer. Met de toename van het aantal performers, groeit ook de complexiteit van de patronen. Soms beweegt iedereen parallel, als een homogene groep; soms rukt één iemand zich los om daarna weer opgeslorpt te worden door de groep; een voortrekker trekt zich terug naar achteren waardoor iemand anders de touwtjes in handen neemt; soms is het de volledige groep die ritme en beweging unisono bepaalt.
Langzaam, poëtisch, subtiel. Fascinerend. Leroux laat de kijker nadenken over natuurlijke bewegingen, stimuleert ons om de volgende keer dat er een vogelzwerm in ons vizier verschijnt, die nog langer te bekijken, maar laat ook openheid om wat je ziet verder door te trekken naar bewegingen tussen individuen, tussen een individu en een groep. Met minimale middelen worden vele mogelijkheden geopend.
De voorstelling speelt nog op zondag 20 mei om 18 uur en op dinsdag en woensdag 22 en 23 mei in de Raffinerie. Laat je hypnotiseren! En voor de volgende Zinnekeparade graag een beetje meer subtiliteit zoals Leroux die zo mooi bespeelt…