Stokstijf en nors kijkend stonden ze voor het paleis aan het Warandepark, als bewakers van de kloof die er bestond tussen de koning en de burger. Op een broekje van 11 maakte ze wel indruk, de koninklijke wacht. Uniformen die nog vaag refereerden aan periodes waarin oorlogen nog op slagvelden werden uitgevochten en autoriteit ontzag inboezemde. Al jaren is het schouwspel van aflossing van de wacht bij ons niet meer te bekijken. De dag van vandaag moet de toerist of de toevallige voorbijganger het doen met een brede voortuin en is het camerabewaking die de dienst uitmaakt.
Sinds begin jaren ’70 is er veel veranderd op staatkundig vlak. België is een federatie geworden en de rol van de monarchie wordt er meer en meer in vraag gesteld. Waar het vroeger de koning was die als eerste aan zet was bij het vormen van een regering, zijn het nu partijbonzen en –bureaus die beslissen waar het naartoe moet. Of dit een evolutie is die toe te juichen is, valt nog te bezien. Feit is dat verschillen die er bestaan meer zichtbaar zullen worden, ook als het politiek proces van regeringsvorming voorbij is. Er wordt beweerd dat katten steeds op hun poten terecht komen en voor België zal dat ook wel gelden. Periodes van onduidelijkheid en aan chaos grenzende onzekerheid zullen in de toekomst nog wel voorkomen maar, ondanks de verregaande complexiteit van het staatsbestel, is in het verleden steeds gebleken dat die werkbaar bleef. Revolutie en anarchie maken geen kans omdat niemand goed weet hoe machtsconcentratie in vraag te stellen.
Na overweging van de wijze waarop de kiezer op 25 mei de kaarten schudde, leek me een tripartite die in de diverse regeringen gelijkaardig van samenstelling ging zijn, een verdedigbare optie. De politieke toekomst van dit land zal er de komende jaren anders uitzien. De afgelopen weken is gebleken dat particratische actoren zelf het heft in handen hebben genomen en de rol van de koning hebben uitgehold. De stoep van het koninklijk paleis zal wel nog een tijdje platgelopen worden door informateur, formateur of premier maar van veel meer dan het betuigen van eerbied voor een schimmig Leviathan, het bijbels dier dat de 17e eeuws politiek filosoof Thomas Hobbes (1588-1679) als stijlfiguur gebruikte om uit te leggen hoe een verdeeld volk democratische macht legitimeert, zal er geen sprake zijn.