Het Justitiepaleis is een Brussels icoon. Mooi vanuit de verte, maar van dichtbij in vervallen staat. Hetzelfde verhaal voor de binnenkant: prachtige zuilen en schilderijen zie je naast slecht onderhouden deuren en muren met opschriften van misschien wel honderd jaar oud. Een schitterend gebouw, maar jammer dat de grote restauratie maar niet van de grond lijkt te komen.
Het Justitiepaleis werd in 1883 in gebruik genomen. Daarvoor moest een hele volkswijk tegen de vlakte. De architect, Joseph Poelaert, bouwde dit onder andere in opdracht van koning Leopold II. Iemand vertelde mij dat de bouw vermoedelijk gefinancierd is geweest met geld uit de voormalige kolonie Congo. Omdat er voor de bouw van dit gebouw een volkswijk tegen de vlakte ging, werd Poelaert al snel “skieven architect” genoemd. Tot op de dag van vandaag wordt deze term door sommige mensen in Brussel gebruikt.
Noot van de auteur: onderstaande foto’s zijn genomen op plaatsen waar ik dacht te mogen komen, omdat ik er geen verbodstekens tegenkwam.
De centrale hal van het gebouw is immens. Als veroordeelde, ben je direct geïmponeerd door de grootsheid van deze justitiële tempel.
Op dit moment zijn veel lokalen van het gebouw niet in gebruik. De bezoeker kan door de raampjes kamers zien met meubels die aan de kant zijn geschoven.
Opschriften uit lang vervlogen tijden hangen er nog steeds. Vermoedelijk is de indeling van sommige delen van het gebouw niet echt veranderd.
In het gebouw zitten verschillende binnenhoven verstopt. Hierdoor kun je vanuit gangen andere kamers inkijken, waar de papieren dossiers zelfs tegen de ramen opgestapeld liggen.
Het onderste bordje laat een beetje zien hoe het er ooit heeft uitgezien. Pracht, praal en weelde alom.
Gangen hangen vol met foto’s van belangrijke Belgen. Wie zij zijn, is mij een raadsel.
Een uitnodigende gang naar de School voor Criminologie en Criminaliteit. Ik kan me voorstellen dat de gang an sich al leent voor het praktische deel van deze opleiding…
Vensters op de bovenste etage zijn kapot en nooit vervangen. Wat rest, zijn houten platen.
Zo, dan weten we dat ook weer. Ik meen me trouwens geen enkele computer in dit gebouw te herinneren. In plaats daar van staan er kamers vol met stapels papieren dossiers.
Bij gebrek aan fatsoenlijke bordjes worden er maar A4’tjes opgehangen?
Ik ken geen enkele plaats waar zoveel steigers bij elkaar staan. Deze staan er al langer dan 30 jaar en zijn daardoor aan slijtage onderhevig. Het is zelfs zover gekomen dat eerst de steigers gerestaureerd moeten worden, voordat het gebouw verder gerestaureerd wordt. Verder blijken ze er, volgens media, ook nog eens illegaal te staan.
Ik heb eens een poging ondernomen om tot in de koepel van dit gebouw te komen. Dat is me niet gelukt, omdat het niet mocht. Ik kon niet verder komen dan dit sfeervol trappenhuis. De liften, die je hier op de foto ziet, kunnen je trouwens naar de kelder brengen.
Ook zijn er zalen, die wel in gebruik zijn. En die wel goed onderhouden lijken te zijn. Dus zo kan het ook.
Ik heb het Justitiepaleis het afgelopen jaar drie keer bezocht: op de nationale feestdag, tijdens de open deurendag en op een gewone werkdag. Alle keren verbaasde ik mij over de grootsheid en schoonheid van grote delen van het gebouw, maar ook over de vervallen staat van de buitenkant en binnenkant. En dat terwijl de chique Louizalaan en de Belgische en Europese instellingen in de buurt liggen. Het is de vraag wanneer de grote restauratie eindelijk echt van start zal gaan.
Maar goed, nood aan een flinke dosis kunst of geschiedenis? Bezoek dan zeker tijdens kantooruren het Justitiepaleis. Je komt er dan binnen via een veiligheidspoortje van de politie.