Het gebeurde voor de aanslagen in Brussel en op de luchthaven van Zaventem. Ik wandelde in de buurt van het park van Brussel. Een man sprak me aan. Hij vroeg me geld. Meestal geef ik geen geld. In dit geval deed ik het wel. Ik had een gesprek met hem.
De man zei me: ‘Ik woon in Molenbeek en ik voel me er niet meer thuis. Er wonen teveel mensen die afkomstig zijn uit Noord-Afrika.’
Hij zei nog meer over mensen met een migratieachtergrond. Wat hij zei was niet prettig. Toch bleven we praten met elkaar.
Ik zei: ‘België is als een paradijs op aarde. Het maakt dat meer mensen naar België komen.’
Eigenlijk vond ik wat ik zei niet helemaal juist maar toch zei ik het. Ik trachtte wat de man had gezegd af te zwakken. Ik had te doen met de man.
Voor het afscheid gaf ik hem het geld. Ik gaf een bankbiljet van vijf euro. Ik gaf geen kleingeld. Ik wou geen aalmoes geven.
In de rubriek Met minder woorden schrijven we teksten in een duidelijke taal. Voor mensen die Nederlands leren en alle anderen. We werken samen met het Huis van het Nederlands en de website Nederlands Oefenen in Brussel (website, Facebook-pagina).
Illustratie: Euro (Ilcotidianodellapa.It, Some rights reserved)
