Categorieën
Podium

Over oude mensen en de dingen die voorbijgaan

De nieuwe KVS-creatie Rustoord presenteert zich als documentair theater. Op basis van interviews en observaties in woonzorgcentra gaan de jonge theatermakers Martha Balthazar, Jana De Kockere, Barbara T’Jonck en Mats Vandroogenbroeck na hoe het gesteld is met de ouderenzorg in Vlaanderen. De laatste twee staan ook op het podium en krijgen er het gezelschap van twee oudgedienden van de KVS: Mieke Verdin en Mark Verstraete.

(c) Alice Dooreman

Net als in de succesvolle voorganger Boerenpsalm, over de strubbelingen van de hedendaagse landbouwer, zetten Balthazar en co in op waarachtigheid. De acteurs vertolken stemmen van rusthuisbewoners en andere betrokkenen in het veld. Dat doen ze door opgenomen getuigenissen na te zeggen, die ze door hun oortjes te horen krijgen. Een ongewoon procedé, maar het artistieke welslagen van de voorstelling hangt toch vooral af van de selectie en de montage van het materiaal, en de enscenering op het podium.

Het stuk laat eerst de ouderen aan het woord. Ze vertellen over het veelvuldige verlies waarmee ze geconfronteerd worden: het lichamelijke en geestelijke verval, de dood van partners en leeftijdsgenoten, het afscheid van de eigen woning, het strak gereglementeerde kader van het tehuis. Maar het is zeker niet allemaal kommer en kwel: er zijn ouderen die opleven in hun nieuwe omgeving, dankzij de professionele zorg die ze krijgen, de sociale contacten en de talrijke activiteiten. En ze zijn opgelucht dat hun kinderen veel minder voor hen moeten opdraaien.

Dan is het de beurt aan de zorgverleners, van personeel en directie van woonzorgcentra tot mantelzorgers. Zij hebben het over de westerse mens die gemiddeld steeds ouder wordt dankzij de medische vooruitgang. Maar de levenskwaliteit komt soms in gedrang als ouderen koste wat het kost in leven worden gehouden. Er zijn er veel die vinden dat hun leven voltooid is; sommigen vragen euthanasie aan. Verplegers vinden dat ze zielloos bandwerk moeten doen omdat ze te ambitieuze streefcijfers moeten halen en geen tijd meer hebben om een babbeltje te slaan met de bewoners.

Het derde stuk is een striemende aanklacht tegen de commercialisering van de zorg: winst primeert meer en meer op welzijn. Een vastgoedgigant als Cofinimmo koopt commerciële woonzorgcentra op om vervolgens het vastgoed tegen woekerprijzen opnieuw te verhuren aan diezelfde centra. Een cynische win-win, want de centra krijgen als medeaandeelhouder stevige dividenden uitgekeerd. Dat is des te dubieuzer omdat ongeveer de helft van de inkomsten van rusthuisuitbaters afkomstig is van overheidssubsidies, naast de vaak hoge huurprijzen die bewoners betalen.

In het laatste stuk krijgen we rechtstreekse getuigenissen van betrokkenen te horen en te lezen. Er passeren kort ook enkele inspirerende voorbeelden van alternatievere ouderenzorg de revue, met een intiemere setting in kleine woongemeenschappen (ook bv. met jongeren), waar de waardigheid van de mens vooropstaat. De coronacrisis heeft tenslotte een schokgolf door de sector gejaagd: eerst stierven door het virus besmette rusthuisbewoners massaal, daarna gingen ze door de strenge quarantainemaatregelen ten onder aan eenzaamheid.

Is Rustoord een goed stuk? Het is zeker een verdienstelijke poging om ouderenzorg en de vele facetten ervan onder de aandacht te brengen. Het intergenerationele stuk speelt sterk in op herkenbaarheid. Er zit voldoende variatie in, het valt nooit stil op het podium. Mark Verstraete brengt bijvoorbeeld een verrassende karaokeversie van Everybody Dies van Billie Eilish, wat de ongemakkelijke sfeer oproept van een variétéavond in het rusthuis. Het tragische en het komische wisselen elkaar af, net als observaties en betogen.

Daar knelt tegelijk het schoentje: er is voor elk wat wils, maar het ontbreekt aan duidelijke keuzes, beklijvende momenten en doorleefde ontroering. Het is een mozaïek van getuigenissen, maar de flarden tekst blijven vaak aan de oppervlakte, er ontstaan geen mensen van vlees en bloed met wie de toeschouwer zich kan identificeren. De aanklacht tegen commercialisering komt dan weer nogal pamflettistisch over, met kartonnen maskertjes voor de miljardairs de Mévius en Spoelberch. De acteursprestaties zijn ook niet allemaal op hetzelfde niveau. De oudere theatericonen staan er nog, maar Barbara T’Jonck overtuigt veel minder. Het doet onwillekeurig denken aan sociaalartistiek theater, waar het (waargebeurde) thema belangrijker is dan de enscenering.

Rustoord ging in première op 8 november 2024 in de KVS en gaat op tournee door Vlaanderen.

Share

Door Tom Van Bogaert

Nieuwe Brusselaar met een passie voor taal, cultuur en journalistiek. Geboren in Sint-Niklaas. Studeerde Germaanse talen in Gent en woonde na zijn studie zes jaar in Berlijn. Houdt zich bezig met beleid en communicatie binnen de Vlaamse overheid en is journalist in bijberoep.