Categorieën
Brussel Actua Duurzaamheid

Truken van de foor

De Zuidfoor. Voor de stad schijnt het een feest, voor de wijk is het afzien. Voor wie in de buurt van het Zuidstation woont, staat de Zuidfoor voor een slepende periode van extra geluidsoverlast, vervuiling, verkeerschaos, onveiligheid en slapeloze nachten. De foor plant zich brutaal neer in de wijk, duwt er alles opzij en laat jaar na jaar een puinhoop achter. Toch pleit ik er niet voor om de Zuidfoor af te schaffen.

Wat ik wil aankaarten, is de vraag of zij in haar huidige vorm nog te rijmen valt met de leefwereld van de wijk en behoeften van haar bewoners. Om die vraag te beantwoorden, lijkt het mij zinvol om de problematiek van de Zuidfoor niet op zichzelf te bekijken, maar te plaatsen binnen het spanningsveld van grootstedelijke uitdagingen waarmee onze buurt dagelijks geconfronteerd wordt, voornamelijk op het vlak van openbare orde, veiligheid, en socio-economische ongelijkheid.

Ze dronken een glas, ze deden een plas, en alles bleef zoals het was

Al tweemaal nam ik deel aan een zogenaamd overleg met de gemeente en de foorkramers. Maar van echt overleg is eigenlijk nooit sprake geweest. Ziet u, die gesprekken dienen vooral om te kunnen zeggen dat ze hebben plaatsgevonden. Men beweert open te staan voor dialoog, maar heeft zich al lang ingegraven in de loopgraven van het eigenbelang.

Elke vergadering vangt aan met dezelfde premisse: laat ons samen een productief pad bewandelen. Maar dat “productieve pad” blijkt in de praktijk een parcours vol struikelblokken, zo geplaatst dat elke hervorming ten gronde onhaalbaar lijkt. Men beweert dat men alles wil overwegen, maar iedere overweging die raakt aan de eigenlijke organisatie van de foor wordt op voorhand onbespreekbaar verklaard. Zowel de politieke verantwoordelijken als de foorkramers lijken gevangen in een kortzichtige logica: hun aandacht reikt niet verder dan de editie van dit jaar. Nochtans is het onzinnig om een grootschalig evenement als de Zuidfoor te blijven organiseren zonder verankering in een langetermijnvisie op het omgevingsbeleid en de ruimtelijke planning van het Brussels Gewest en de betrokken gemeenten Brussel, Anderlecht en Sint-Gillis. Maar daar heeft men geen oren naar. Herziening van de plaatsing van attracties? Onmogelijk. Aanpassing van de duur? Ondenkbaar. Betere tegemoetkoming voor de overlast van bewoners? Uitgesloten.

Wat men wel graag doet, is schermen met argumenten die redelijk en verantwoordelijk klinken, maar bij nader inzien vooral bedoeld zijn om elke sociale overweging en duurzame oplossing op voorhand te neutraliseren. De inzet is duidelijk om alles zo veel mogelijk bij het oude te houden. Wie de status quo in vraag stelt en pleit voor een ruimer begrip van de problematiek, wordt afgewimpeld met rookgordijnen en drogredenen.

Laten we de belangrijkste argumenten eens nader bekijken. Klaar voor de start? Allez roulez!

Het gentrificatiespook

Een vaak gehoord argument is dat de Zuidfoor ontspanning biedt aan mensen zonder budget om te reizen. Vaak gaat dit argument gepaard met de angst of afkeer voor gentrificatie.

Maar moeten wij dan geloven dat de foor zich als een soort sociaal project wil profileren? Dat de foor zich optrekt als een bastion tegen de gentrificatie? Is dat de reden dat we ze moeten behouden, precies daar, precies zoals ze is?

Neen, laten we eerlijk zijn. Een bezoek aan de foor is niet gratis. Integendeel. Een gezin met kinderen is er zo tientallen euro’s kwijt, zonder dat daar, zo zou je kunnen stellen, duurzame ontspanning tegenover staat. Hoe vaak zouden de kinderen uit de buurt eigenlijk naar de foor trekken? Wat bieden we de kinderen uit de buurt eigenlijk aan als we zeggen: “jullie krijgen een maand lawaaierige attracties en dat moet dan maar volstaan”?

Nogmaals, ik betwijfel niet dat aan de kermis gerelateerde activiteiten op zichzelf waardevol kunnen zijn, en dat velen er plezier aan beleven. Wat ik wel in vraag stel, is of dat gegeven ad populum als afdoende rechtvaardiging kan dienen voor de huidige gang van zaken.

Is het met dit argument voor ogen niet verstandiger en sociaal rechtvaardiger om te investeren in een permanente recreatieve ruimte? Een park, een speeltuin, een sportveld? Aan mogelijkheden geen gebrek, sla er de vele stadsvernieuwingsplannen maar eens op na.

Bovendien lijkt men met dit argument te suggereren dat deze buurt net niet mag worden opgewaardeerd, om “gentrificatie” te vermijden. Kapitaalkrachtigen kunnen immers wel naar het buitenland, en hebben dus geen recht van spreken. Maar hoe gegrond is die angst? Waar is de sociologische studie die aantoont dat gentrificatie hier een directe dreiging vormt? En zelfs als dat zo zou zijn, waar ligt dat dan precies aan? Moet de oplossing dan zijn dat we alles bij het oude laten, en dus ook alle structurele problemen maar laten voortwoekeren?

Gentrificatie is een legitiem vraagstuk zonder eenduidige oplossing. Maar het kan beheerst en gereguleerd worden, als men daar de politieke wil toe heeft. Denk aan maatregelen zoals huurprijsregulering, een anti-speculatieclausule bij de verkoop en ontwikkeling van vastgoed, een progressieve leegstandsbelasting, de bevordering van toegang tot onderwijs en werk, en een verplicht aandeel sociale woningbouw per gemeente. Maar weet u welke maatregel echt doorslaggevend is? De enige bewezen oplossing om de nadelige gevolgen van gentrificatie tegen te gaan is het waarborgen van toegang tot kwaliteitsvol groen en blauw in alle wijken van de stad. De publieke ruimte laten verloederen onder het mom de oorspronkelijke bewoners te beschermen, is ronduit pervers. Door alles bij het oude te laten, ontzegt men de bewoners van deze wijk , inderdaad vaak mensen in precaire omstandigheden, net de dingen die hen wel de mogelijkheden zouden bieden om zich naar wil en waardigheid te ontplooien.

Valt het te verdedigen dat kinderen uit deze buurt het moeten stellen met een maand kermis in plaats van toegankelijke en kwalitatieve gelegenheid tot sport en spel het hele jaar lang? En is het werkelijk zoveel beter om de stedelijke ontwikkeling van een kwetsbare en gesegregeerde buurt te bevriezen uit angst voor gentrificatie? Of zouden we niet beter nadenken over hoe we alle bewoners kunnen laten meegenieten van een verbetering van hun leefomgevingskwaliteit, door werk te maken van, ik zeg maar wat, betaalbare huisvesting, bescherming van de meest kwetsbaren, kwalitatieve verdichting, duurzame mobiliteit, en gelijke toegang tot basisvoorzieningen en een groene recreatieve omgeving?

Traditie als troefkaart

De tweede verdedigingslinie: “de Zuidfoor is traditie”. Maar wat stelt die vandaag nog voor? De Zuidfoor in haar huidige gedaante is nauwelijks te onderscheiden van een kermis in pakweg Oostende of Bilzen. Wie in het neon aanschijn van de Zuidfoor blijft vasthouden aan het romantische beeld van een eeuwenoud volksfeest, lijkt vooral blind voor (of verblind door) de realiteit. Die realiteit is eenvoudig: de foor is geen sociaal, maar een puur commercieel project en kaapt de publieke ruimte een maand lang, zonder structurele meerwaarde voor de buurt.

En neen: het oppervlakkige feit dat ze “Zuidfoor” heet, is geen goed argument om ze op deze specifieke locatie in deze specifieke hoedanigheid te blijven organiseren. Wel integendeel, het toont aan dat de foor enkel in naam aan de buurt verbonden is. Beroep op traditie is een denkfout. Traditie mag nooit een argument zijn om iets in stand te houden dat in haar huidige vorm onaangepast is. Zeker niet als ze de wijk schade toebrengt. We moeten kijken naar de situatie vandaag, en naar wat deze wijk nodig heeft in de toekomst.

“Je wist toch waar je kwam wonen?

Nog zo’n dooddoener, verwant aan de vorige. “Je wist dat het druk zou zijn”. Zeker. “Wie in de stad woont, moet met de drukte kunnen leven”. Tot op zekere hoogte, ja. Maar dit is geen overtuigend argument, het is een zwaktebod. Leven in de stad betekent niet dat je alle overlast zonder meer moet aanvaarden. Ook wie in de stad woont, heeft recht op een leefbare, rustige en veilige omgeving. Ook wie in de stad woont, mag erop vertrouwen dat de overheid zich naar best vermogen en te goeder trouw inspant om deze omgeving te vrijwaren. Ook wie in de stad woont, zelfs in een stad op politieke drift, mag hopen dat de overheid opkomt voor haar burgers, met ernst, zorg en langetermijnvisie.

Ook hier, voor alle duidelijkheid, hoeft het geen keuze te zijn tussen de foor en de buurt. Dit is een schijntegenstelling. Met wat goede wil en gepaste maatregelen kan de foor perfect doorgaan met begrip en respect voor wie hier woont. Deze buurt snakt naar een veilige en rustige publieke ruimte. Naar kwalitatieve ontspanning, en dat niet één maand per jaar, maar elke dag. Als rust in de stad al schaars is, en dat is ze ongetwijfeld, waarom zouden we die dan nog meer geweld aandoen? Geen groots opgezet spektakel, dus, maar plezier op mensenmaat.

Lang niet iedereen heeft de luxe om in een rustigere gemeente te gaan wonen. Niet iedereen kan de keuze maken tussen Sint-Pieters-Woluwe en Anderlecht. Het is wrang dat juist van zij die het minst te zeggen hebben de grootste toegevingen gevraagd worden. Het is pijnlijk dat de inwoners van Anderlecht keer op keer de boodschap krijgen dat hun leven het kennelijk niet waard is om leefbaar te zijn ? want dat wisten ze toch toen ze hier kwamen wonen, zeker? Om dan te beweren dat gegronde klachten ongeldig zijn “omdat je dat toch had kunnen weten”, is niet alleen moreel ongevoelig, het ondergraaft ook het principe van democratische inspraak.

En als dit het uitgangspunt is, dan moet het mijn inziens ook in omgekeerde richting gelden: wie een foor in een grootstedelijke wijk wil organiseren, moet bereid zijn die organisatie bij te sturen. Net zoals de foor groeit en evolueert, moet zij ook gevoelig blijven voor haar plaats in de stad.

“Er zijn toch al maatregelen genomen?

Klopt. Maar maatregelen zijn pas zinvol als ze aan evaluatie, bijsturing en handhaving onderhevig zijn. Het feit dat er een geluidsnorm is afgesproken, betekent niet dat alles daarmee geregeld is. Er moet een structureel controlemechanisme komen, met actieve inbreng van buurtbewoners. Al de rest is een schijnbeweging.

En ja, dat betekent ook dat er sancties moeten komen voor foorkramers die zich niet aan de regels houden. Een boete maakt weinig indruk als de winst uit de overtreding ruim hoger ligt.

Het gaat niet enkel over geluid

Een poging tot reductie: het gaat alleen over decibels. Maar decibels zijn slechts het topje van de ijsberg. De Zuidfoor wordt georganiseerd in een grootstedelijk aandachtsgebied, dat wil zeggen, een gebied waar kwetsbare groepen en grootstedelijke problemen oververtegenwoordigd zijn. Door de problemen rond de Zuidfoor terug te brengen tot een louter technische kwestie (het aantal decibels), poogt men de aandacht af te leiden van de bredere en onderling verweven problemen in deze wijk. De overlast gaat veel verder dan enkel geluidshinder: verkeersonveiligheid, verhoogde druk op hulpdiensten, toegenomen spanningen op straat. Dit alles bovenop de reeds bestaande problematieken die de wijk het hele jaar door tekent, van sluikstorters tot straatracers, van drugsoverlast tot schietincidenten. De middenberm tussen de Poincarélaan en de Zuidlaan fungeert bij afwezigheid van de foor als wildparking en openluchtwerkplaats, stortplaats, publieke wc en toevluchtsoort voor wie nergens anders terechtkan. Maar net de aanwezigheid van de foor zorgt ervoor dat deze problemen onmogelijk aangepakt kunnen worden.

Deze situatie vraagt om een structurele aanpak die oog heeft voor de complexe samenhang tussen drugsproblematiek, openbare orde en netheid, de gebrekkige opvang en ondersteuning van kwetsbare groepen in Brussel, maar ook genderinclusiviteit, sociaal-ruimtelijke monitoring, enzovoort, enzovoort, enzovoort. Maar in plaats van bij te dragen aan een oplossing voor deze problemen, doet de Zuidfoor er nog een schepje bovenop. Zolang men weigert deze onderliggende samenhang van problemen onder ogen te zien en de organisatie van de foor daarop af te stemmen, zal er niets verbeteren.

Tot slot

Wie in de buurt woont, weet dat we hier niet zomaar klagen om te klagen. Aan de gemeentebesturen: neem de levenskwaliteit van uw inwoners ernstig en geef gehoor aan hun bezorgdheden met krachtdadige en rechtvaardige besluitvorming. Niet alleen tijdens de foor, maar het hele jaar door. En ook en vooral in wijken waar die kwaliteit onder grote druk staat. Stop met die schijnparticipatie en beleidsretoriek. Stop met schijnoplossingen om een verstikkend status quo in stand te houden. Er zijn ettelijke actiegroepen van inwoners die constructief willen meedenken over de toekomst van hun wijk. Maar dat vereist een eerlijke dialoog, gebaseerd op begrip en goede wil, niet op folkloristische argumenten en vastgeroeste belangen.

De oplossingen liggen voor het grijpen.

Zorg ervoor dat de lusten en lasten van de Zuidfoor eerlijk verdeeld worden en investeer in de wijk; een wijk, nogmaals, die het vandaag hard te verduren krijgt. Kosten of aanpassingen in de manier van leven als gevolg van keuzes met betrekking tot de organisatie van de Zuidfoor mogen niet eenzijdig en buitenproportioneel afgewenteld worden op kwetsbare groepen. Dat vraagt om erkenning van wat er leeft bij die groepen. Zonder erkenning geen vertrouwen en zonder vertrouwen geen draagvlak. Zorg voor procedurele rechtvaardigheid en inspraak. Waak over de transparantie van bestuurlijke processen. Maak communicatie toegankelijk voor uiteenlopende doelgroepen. Wanneer alleen goed georganiseerde belangenbehartigers betrokken zijn bij besluitvorming, zoals nu het geval is, ontstaat het risico op een vertekend beleid dat de behoeften van andere doelgroepen negeert. Zorg dus voor representatieve vertegenwoordiging. Elke burger moet vertrouwd worden gemaakt en geholpen met manieren om hun bezorgdheden te uiten, met de garantie dat deze worden meegewogen in de besluitvorming.

De Zuidfoor kan niet langer een heilige koe blijven. Zoals elk evenement moet ze zich blijvend verantwoorden voor haar plaats in de stad. Wie werkelijk om deze buurt geeft moet ook de moed hebben om te zeggen: genoeg met die truken van de foor.

Jan Jasper Mathé
Bewoner van de Poincarélaan

Share