Deze feestdagen zijn een beetje dubbel: zowel Kerstmis als Nieuwjaar bestaan in twee versies: Kerstavond + Kerstdag en Oudejaar + Nieuwjaar.
Als je nog in de Barbie/Lego periode zit, laat dat toe om de ene dag naar oma en opa langs papa’s kant te gaan, en de volgende naar de overkant. Een avond kalkoen, kroketten en airellekes, en de dag erop vier soorten taart met slagroom. Eenmaal je zelf van ’t straat bent, heb je ouders en schoonouders te bezoeken. De cirkel van het leven, zou Elton John zeggen.
Maar familiale constructies zijn iets complexer de dag van vandaag. Zelfs al is het voor een kind van gescheiden ouders niet veel anders (je komt telkens met slechts een ouder bij je grootouders aan), voor de ouders zelf is het heel verschillend. De ene avond terug naar de roots, lawaaierige nichtjes en neefjes en veel te veel lichtjes bij het haardvuur en de dag erop: niks. Zeker met een Kerstmis op zondag: er is geen knijt te beleven in Brussel. Iedereen is ergens taart aan het eten, alle winkels zijn dicht, de kerstbomen staan al op de rand van exterminatie zonder dat ze het goed door hebben. Op TV snijden ze twintig-kilo-plus kalkoenen terwijl iedereen straalt of buldert van het lachen.
Ach, een toastje en een heet bad. Nog 7 dagen en het is Nieuwjaar.