Categorieën
People & Lifestyle

PS Ik hou van jou

De apostel Paulus schreef het in zijn eerste brief aan de Korintiërs: “Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.”

Op deze Valentijnsdag zouden we het haast vergeten, maar als Paulus het over “de liefde” heeft, dan bedoelt hij daarmee in de eerste plaats de naastenliefde of de toegewijde liefde, niet de romantische of de zinnelijke liefde waarmee de schreeuwerige etalages ons vandaag om de oren slaan. In de Griekse tekst is immers sprake van “agápē”, niet van “érōs”.

“PS Ik hou van jou”. Een post scriptum wordt meestal gebruikt om aan een bericht iets toe te voegen dat er eigenlijk geen verband mee houdt. Een bijkomstigheid. Het Duits kent daarvoor het schitterende woord “beiläufig”, letterlijk: “in het voorbijgaan”. Maar een kenmerk van de ware liefde is juist dat zij niet voorbijgaat. Iemand in het voorbijgaan “Ik hou van jou” toefluisteren is dus een contradictio in terminis. Of niet? Ik moet toegeven dat ik wel verrast zou zijn als iemand ins Blaue hinein “Ik hou van jou” in m’n oor zou fezelen.

De liefdesbrief of minnemail, wordt hij nog geschreven? Of heeft hij het moeten afleggen tegen telefoon, gsm, voip, sms of msn? Ovidius waarschuwt ons in zijn ‘Ars Amatoria’ (‘De kunst der vrijage’) voor gezwollen taalgebruik: “Uw taal moet aannemelijk zijn, heel gewoon, maar toch in vriendelijke woorden gesteld, net zoals wanneer u zou spreken”. Net zoals wanneer u zou spreken… misschien is dat wel de reden waarom we elkaar tegenwoordig eerder bellen dan schrijven?

Natuurlijk is een babbel persoonlijker dan een brief, maar ook vergankelijker: het gesproken woord vervliegt, wat geschreven is blijft bewaard. Alhoewel… in een interview met Humo zegt Carla Bruni dat ze niet begrijpt dat mensen in een opwelling liefdesbrieven kunnen verbranden “omdat ze wraak willen nemen op hun ex, of omdat ze de herinnering aan hem of haar willen uitwissen, of omdat ze zich schamen over het verleden, of omdat het verleden te veel pijn doet.” Ik deel dat onbegrip van de Franse première dame. Niet dat ik mijn eigen minnemails aan Jan en alleman laat lezen, maar ik heb ze wel bewaard en als ik dit aardse tranendal zal hebben verlaten kunnen mijn erfgenamen ermee doen wat ze goeddunkt. Een mens moet zijn geschiedenis niet bewust vernietigen.

Wat doet u met Valentijnsdag? Heeft u een cadeautje voor uw geliefde gekocht? Gaat u romantisch uit eten, naar het theater of de bioscoop? “Ik doe daar niet aan mee”, hoor je wel eens zeggen. Maar met wat voor argumenten moet je dan afkomen? Je zadelt jezelf met een schuldgevoel op, of je ontgoochelt de ander. Wat is er immers mis met een attentie om je geliefde te tonen wat je voor hem of haar voelt? Dat zoiets ook op andere dagen kan? Ja, natuurlijk, maar toch… We kunnen slechts vaststellen dat de commercie ook de liefde heeft weten te verschalken.

Maar wat zit ik te zaniken en u de les te spellen. We leven in een vrij land, u doet toch wat u wilt. Dus als u zin heeft om uw geliefde te fêteren met een in rood satijn gewikkeld chocoladen hart: ga uw gang, er is niemand die u tegenhoudt. Niet zo in Saudi-Arabië waar de zedenpolitie alles wat rood is uit het straatbeeld heeft verbannen. Valentijnsdag zou mannen en vrouwen namelijk aanzetten tot het aanknopen van relaties buiten het huwelijk. En dat – zo heeft u al begrepen – is bij de Saudi’s ten strengste verboden.

“Encore plus stable que l’amour” schreeuwt de affiche van een bekend automerk het uit. Stabieler dan de liefde? Veel is daar niet voor nodig. Vriendschap en liefde voor het leven zijn altijd al eerder uitzondering dan regel geweest. Metrolijn 2 richting Simonis, halte Ribaucourt. Een meisje van vijftien kust een jongen van dezelfde leeftijd innig ten afscheid en spreekt de onsterfelijke woorden: “À la prochaine fois, si j’ai encore envie…”. Er zijn geen zekerheden meer in dit leven. Het is de liefde die we niet begrijpen, zou Bart Moeyaert zeggen. Oh, simple thing, where have you gone? I’m getting old and I need something to rely on. Ik ben dringend aan een reep chocolade toe. Als het echt moet, neem ik uw hart er graag bij.

Share

Door Patrick

Voorouders in West-Vlaanderen en de Kempen. In 1968 geboren in Wilrijk (Antwerpen). Woont sinds midden 2001 in Brussel en werkt er sinds 2002. Woonde tot eind 2013 in Laken, sindsdien in Sint-Jans-Molenbeek. Vindt Brussel een moeilijk lief, maar houdt toch vooral van de schoonheid, de meertaligheid en de diversiteit van het gewest. Ondersteunt beroepshalve de Nederlandstalige openbare bibliotheken in Brussel.