Categorieën
Gast-serie

durum

Hij is schuin tegenover mij komen zitten met dat dampende zakje. Het is niet doorschijnend maar toch weet ik wat erin zit. Ik was al Pavloviaans aan het likkebaarden door de frituurlucht toen we nog stonden te wachten aan de geïmproviseerde tramhalte. Ik wend mijn begerige blik af. Tracht hem te negeren en diep een leesboek op uit mijn tas en probeer mij te concentreren. Uit mijn ooghoeken kan ik natuurlijk wel zien hoe hij een koolhydratenfestijn van frietjes en durum naar binnenspeelt. Schrokt. Grote happen wegkauwt met open mond. Ik kijk niet op uit mijn boek, tenzij de andere kant op, om de voortgang van de tram in de gaten te houden. Als we de hoek omdraaien waar ik eruit moet, grijpt hij plots mijn arm vast en roept: “Doet u dat altijd, mevrouw? Vindt u dat normaal????” In zijn mondhoeken hangt looksaus en ook een klein beetje in zijn haar. “Voelt u zich beter dan ons misschien?” Ik sta perplex en zoek verbouwereerd naar steun bij mijn medereizigers. Een mevrouw tikt met haar wijsvinger tegen haar slaap, dat universele teken. De deuren van de tram zijn al open en ik ruk mijn arm los uit zijn vettige hand. Hij roept me nog woest iets na, maar ik kan het niet meer horen omdat de tram al verder rijdt.
Mijn maag krimpt ineen van de honger.

Share