Categorieën
Faits divers

Brussel-Istanbul-Brussel

Net terug uit het oude Constantinopel.
Istanbul was een kopstoot. Een stomende ketel.
Indien men de Zenne boven water zou halen zou deze rivier zich verhouden tot de Bosporus zoals een pissestraaltje tot de Atlantische oceaan.
Welke naïeveling zou steden als Hong Kong, San Francisco of Istanbul durven vergelijken met een stad als Brussel ?

De filmmaker Jan Verheyen geeft te pas en te onpas opmerkingen over mensen die Brussel een stad noemen.
Hij gebruikt dan uitdrukkingen als “omhooggevallen dorpje”, “uit zijn verband gerukte plattelandsgemeente”, of in het beste geval “provinciestadje”.
Hij ergert zich dat er Brusselaars zijn die zich de status van wereldstedeling toedichten.
Ik denk dat Verheyen een Antwerpenaar is.

Een vriend van mij heeft een tijdje in Londen gewoond, net als Verheyen trouwens.
“Tja, Brussel is toch maar Brussel..” zei hij.
“In een stad als Londen heb je bijvoorbeeld een Indisch filmfestival. Aan dat soort zaken merk je het verschil tussen een stad en een wereldstad.
Denkend aan het pissestraaltje van de Zenne ken ik mijn plaats, maar toch schoot mij één en ander te binnen.

“Tja, wij hebben misschien geen Indisch filmfestival, maar wél een Afrikaans, een Mediterraan, een Latijnsamerikaans of een Animatiefilmfestival.” Waarbij ik de helft vergat.
“Bovendien,” ging ik verder, “was er verleden maand een Indische filmcyclus in het toen nog, onvolprezen, filmmuseum.”
Dat is een ganse maand, dagelijks prenten van Indische cineasten, een festival zeg maar.
Het museum heeft trouwens een gigantische collectie aan films, waar veel vermaarde buitenlandse cineasten wild over doen.
Ik weet niet of Verheyen daar al gepasseerd is.
Hij wist ook niet dat er tweemaal per week een live-piano uitvoering was (en is) bij de projectie van de stomme films.
Ik liet even de uitstekende Nova-cinema terzijde (en binnenkort de nieuwe art-cinema van de gebroeders Dardenne), de Styx, Vendôme of de Galeries.

Hij had evenmin de dansscène gevolgd, hij was blijven hangen bij Béjart. Niks mis mee, maar de De Keersmaeckers en VdKeybussen van deze wereld waren hem ontgaan.
Dat Parts een deel van de nieuwe dansscène aflevert wereldwijd was hem onbekend.

Hij wist dat er een “Vlaams Theater” was in de buurt van het Ijzerplein, maar het Kaaitheater, het Theaterfestival, de Beursschouwburg, de AB, lagen ver van zijn bed.

Muziek zegt u ?
Ik kon hem wel wat uitstekende Jazz-clubs aanbevelen, begin maar in het Jazzstation of in de Sounds, verder zien we wel.
Er is ook nog een gratis mega-Jazzfestival met groepen verspreid over de hele stad.
Tijdens de zomer struikel je overigens over de gratis muziekfestivals. Zoveel, dat ze mekaar overlappen.

O, Mijnheer hield van klassiek. Ik gaf hem het programma van het, toen nog, Psk of het Flagey. Ik wees hem op het bestaan van de Koningin Elisabethwedstrijd, een wereldvermaard muziekconcours.
Oja, er is ook nog de Munt. Akkoord, relatief klein in vergelijking met de Scala, maar de producties mogen er wezen, zeker sinds Mortier daar schoon schip maakte.
Ik heb ooit opera’s bezocht in Wenen en Praag. Praise the lord dat wij de Munt hebben.

Of hij graag las ? Akkoord, het nederlandstalig aanbod is karig, maar als Londenaar kan hij zich daar niet aan storen.
Tussen het Zuid en het Fontainas is er een overweldigend aanbod van tweedehandsboeken. Ik ken Fransen en academiestudenten uit Wenen, die hiervoor passeren in Brussel.

Interessante galeries zijn er zeker rond de Louiza en in de buurt van de Dansaert.
De galerijhoudster van CCNOA aan het kanaal heeft New York verlaten om zich hier te vestigen.
Wie van strips houdt heeft naast het BCB en de nieuwe (bescheiden) Nero, keuze te over in de talrijke stripwinkels in het centrum of rond Matonge.
Passeer ook eens in de Filigranes, open 7 dagen op 7.
Als je toch in de buurt bent van Matonge, loop er eens door. Ga ook eens door de Brabantstraat op zaterdag, de Haachtsesteenweg of de Parvis van Molenbeek.
Dat zijn wijken die je in ieder “omhooggevallen dorpje” vindt.
Ik had hem nog niks gezegd over de Vlooiemarkt, de Grote Markt, de Zavel, Koekelberg, de kathedraal, het Hortahuis, de squares, het Mim, (sinds kort ook Magritte), omdat ik vermoedde dat hij die kende.

Een andere kennis van mij woont in New York, maar heeft zijn stek nog in Brussel.
Brussel is zijn thuis, zegt hij, NY is zo druk, zo gejaagd. Soms, zegt hij, is het wel vervelend dat de supermarkten en de post niet open zijn ’s nachts.
Ik ga nooit zegels kopen in het holst van de nacht, ze doen maar in the Big Apple.

Ben ik een gefrustreerde stadsbewoner omdat wij geen Broadway of West End kennen ?
En het zal wel zijn dat Brussel in omvang en populatie een zeer kleine stad is op wereldschaal.
Maar een omhooggevallen dorpje ?

Ik ben perfect gelukkig in deze stad waar het aangenaam wonen en werken is.
Een stad op mensenmaat. Waar het cultureel aanbod zo verscheiden, zo kleurrijk is dat ik mij geen halve minuut hoef te vervelen.
Natuurlijk is het aanbod in Londen of Parijs nog overvloediger, maar een dag heeft maar 24 uur.
Ik zwijg nog van de veelgeprezen gastronomie waar buitenlanders zo wild over doen.
Of de cafés, de talrijke parken, het voorrecht een woud te hebben, waar je bij valavond plots oog in oog staat met een groep herten, zomaar, op een steenworp van de stad.

Brussel is de hoofdstad van de grootste vrije markt van de wereld.
Wie zegt dat deze stad, waar zo’n belangrijke politieke, economische en militaire beslissingen worden genomen, niet op de wereldkaart staat, dwaalt.
De stad wint bovendien steeds meer aan belang als congresstad en staat in de top 20 van de steden in globale economie.
We weten allemaal dat de invloedssfeer eigenlijk bestaat uit minstens 63 gemeenten rondom. Het wordt tijd dat Brussel uitbreidt, we weten allemaal waarom dit niet kan.

Brussel is een kleine cosmopolitische wereldstad, uiteraard niet in omvang, maar door zijn politiek belang, zijn talenrijkdom, zijn verscheidenheid.
Tot spijt van wie het benijdt.

De vriend uit Londen woont intussen in Brussel.
Beroepshalve, niet dat ik hem zou hebben willen bekeren. Verre van, ik ben geen missionaris.

En ook al zit de Zenne ver weg, hij voelt zich hier als een vis in het water.
Ik was tevreden in Istanbul, ik ben blij dat ik terug ben.

Share