Categorieën
Faits divers Reizen & Toerisme

Kleine Zigeuners

Twee Roma’s zitten op hun knieën in het midden van de Grote Markt. Ukjes van amper vier en vijf jaar oud. Sjofel gekleed, zonder kousen of ouders. Ze zitten voor een riooldeksel en duwen peukjes in de open gaatjes van de dekplaat. Iemand trekt een dubbele witte streep op een maagdelijk blauw laken, hoog boven hen, tot voorbij het zwaard van Sint-Michiel.

Het is vroeglente, een stralende zon doet de terrassen vollopen. Een Italiaan met Versace-looks drinkt een glas rode wijn op het trottoir vóór Le Roi d’Espagne. Een meisje leest, brilletje vooraan op haar neus in ‘Hartslag’ van de Deense grootmeester Grondahl. De man pleistert momenteel in Brussel. Het meisje rookt maar inhaleert niet, ze teut haar lippen en blaast de rook omhoog, tot boven haar hoofd.

Een groep Japanners zingt uitgelaten vóór de trappen van het Broodhuis. Ze zijn ver van huis, ik kan hun vreugde begrijpen. Ze hebben net hun verblijf verlengd.

Als de peukjes op zijn gaan de Roma’s ijverig op zoek naar nieuw gerief. De kleinste van de twee loopt mank. Is hij geslagen ? Misbruikt ? Van de camion gevallen ? Of is het gewoon een genetische afwijking ? Of een geveinsde ?

Beiden zijn sowieso veroordeeld tot de bedelstaf, dan is een gebrek snel een kwaliteit. De kinderen lachen uitbundig, het gebeuren op de markt ontgaat hen helemaal, ze kunnen evengoed op het stort zitten aan het kanaal, niets leidt hun aandacht af.

Nadat ze voldoende endjes hebben verzameld gaan ze opnieuw aan de slag en hervatten hun ogenschijnlijk banale spel. Gebiologeerd staar ik naar de twee kinderen. De peukjes, het deksel, de gaatjes : hier is meer aan de hand. Dit alles dient een hoger doel.

Na korte tijd zijn de stompjes weer verzwonden en gaan ze spontaan rond het riooldeksel gaan dansen alsof alles is volbracht en het ritueel voltooid – of toch niet helemaal ? Het éne jongetje heeft zijn vestje opengesperd en klapwiekt alsof hij zich gereed maakt om te vliegen. Het kreupele kind hinkt hem achterna. Zo vliegen ze weg, heel hoog. Tot achter de spitse toren. Weldra alleen nog twee kleine stipjes in de helblauwe lucht, zo verdwijnen ze aan de einder.

Ver, ver weg van het Beloofde Land.

meeroverbrussel : hetrijkderzinnekes.blogspot.com

Share