Wat doe je als je de laatste trein weg uit Brussel mist? Je kan een hotelkamer voor de nacht nemen of je kan je in het nachtleven storten. De dag was warm geweest maar de nacht was kil. Toch koos ik voor het vertier. Ik liep enkele straten door en liet me al snel verleiden om een nachtclub binnen te gaan.
De nachtclub bevond zich ondergronds, in een natuurlijke grot die voorhistorisch aandeed. De brede cocktailbar en de enkele tafeltjes contrasteerden met de primitiviteit van het kader. De grijsbruine wanden weerkaatsten luide Zuid-Amerikaanse dansmuziek. Ik bestelde me een gin-tonic, laveerde tussen enkele dansers en nam plaats aan de andere zijde van de zaal.
Bij nader inzien bleek het cliënteel voornamelijk uit Portugeessprekende halfbloed transseksuelen te bestaan. Dansen konden ze wel, deze extravagante vrouwen. De dansvloer vulde zich meer en meer. De atmosfeer werd broeierig en het ritme van de muziek verhoogde met het verstrijken van de tijd.
De vermoeidheid van de afgelopen dag begon zijn tol te eisen. Mijn denkvermogen vertraagde, de werveling van bewegende lijven vervaagde en, zittend op een hard stoeltje, viel ik in slaap.