Precies een jaar geleden was ik boos op het begrip Vlaanderen. Want de Nederlandse waarden, waar ik mee opgroeide, golden in het noorden van België niet. Ik besloot mij, na jarenlange pogingen tot integratie, maar te “extegreren”. Ik profileerde mij als Nederlander en overwoog om terug te gaan Nederland. Dat laatste deed ik niet. Op aanraden van vrienden verliet ik Vlaanderen en ging ik wonen en werken in Brussel. Om mij daar te integreren. Als Nederlander weliswaar. En dat werd een succes.
Het voordeel van Brussel is dat het de enige echte wereldstad in de Lage Landen is. Een plek waar de hele wereld lijkt samen te komen. En er ook in contact met elkaar komt. Een stad waar culturele diversiteit wordt aanvaard en vaak als troef wordt gezien.
Ik ervaar het dan ook als veel gemakkelijkere stad als Antwerpen om als nieuwkomer opgenomen te worden in de samenleving. Want, in tegenstelling tot de Scheldestad, bots ik niet de hele tijd tegen een muur van vooroordelen. En dan bedoel ik vooroordelen van het kaliber ‘Alle Hollanders zijn arrogant omdat ze een grote mond hebben.’
Sterker nog: mijn grote mond wordt in Brussel aanvaard. Als ik snel to the point kom of mijn mening, op Nederlandse wijze zeg, dan beginnen Brusselaars niet te zuchten of weg te lopen. Ik krijg zelfs meteen een antwoord terug. En als ik een stadgenoot op zijn of haar plaats moet zetten, dan kan dat ook op Nederlandse wijze. Vanzelfsprekend is het dan wel de Hollander die het laatste woord heeft. Of de discussie nu in het Nederlands, Frans of Engels wordt gevoerd.
Grappig is dat mijn grote mond in Nederland helemaal niet als brutaal wordt gezien. Naar Nederlandse maatstaven ben ik zelfs enorm braaf. Naar Vlaamse normen ben ik blijkbaar ‘een hevige’. En in Brussel valt mijn mondigheid soms op.
Franstaligen hebben snel door dat ik Nederlandstalig ben. Vaak willen mensen dan weten waar ik vandaan kom. Zodra het woord ‘Pays-Bas’ of ‘la Hollande’ valt, dan krijg ik geregeld een ode aan Nederland in het Frans te horen. Over hoe open minded Nederlanders zijn. Of hoe ver Nederland staat op het vlak van emancipatie van minderheden.
Tja, Brussel is even een ander verhaal dan Antwerpen. Ik heb het gevoel terug mezelf te kunnen zijn. Dat is vooral te danken aan de stadgenoten die mij als nieuwkomer aanvaarden. Omdat integratie natuurlijk van twee kanten komt, moet ik ook de nodige stappen zetten. En dat doe ik door te werken op een basisschool in Sint-Joost-ten-Node. Door vrijwilliger te zijn in een lokaal gemeenschapscentrum. En door begeleider te zijn op de Zomerschool voor niet Nederlandstalige kinderen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Het enige probleem is dat ik nu vooral geïntegreerd ben in het Nederlandstalig circuit van Brussel. Ik mis dus circa 80% van het hele verhaal. Hoe boeiend de mensen, die ik in deze kringen, ontmoet ook zijn. Tijd dus om mezelf in het Franstalige leven te gooien na de zomer. Er valt dus nog veel te ontdekken in mijn integratieproces.
Jochem Oomen is leerkracht en woont en werkt in Brussel.