De winter komt eraan, maar is er nog niet. Het wordt echter voelbaar aan de ijzige wind die af en toe de kop opsteekt, aan de kortere dagen en de koudere temperaturen. Zichtbaar ook aan de kerststalletjes in de straten en op de pleinen in het centrum, aan de bomen wiens bladeren hun weg naar de grond intussen gevonden hebben en aan het diffuse zonlicht.
Om verschillende redenen hou ik van deze periode van het jaar. Er gaat niets boven de kleurenpracht die je aantreft in de Brusselse parken. De stad wordt voor even zelf een feeëriek en schilderachtig landschap. Slechts een moment kan in deze tijd een nog authentieker beeld van de stad oproepen: wanneer de zon, laag aan de hemel, door het wolkendek breekt.
Het najaar kent weinig zonnige dagen, maar wanneer de zon verschijnt, lijkt het wel alsof er een Instagramfilter voor onze ogen wordt geschoven. Het zonlicht dat in de zomermaanden tot in alle hoekjes doordringt, doet nu door zijn lagere invalshoek dienst als een spot, die slechts dat deel van Brussel benadrukt dat gezien hoort te worden. De gouden koepel van het justitiepaleis schittert zoals hij dat alleen in deze periode doet. De torens die de Brusselse skyline vormgeven, van de Zuidertoren tot de torens aan Madou en het noordstation, vormen een spiegelpaleis. Het contrast tussen de weerspiegelende zonnekant en de in duisternis gehulde schaduwzijden zorgen voor een dromerig schouwspel voor al wie in de kruidtuin even staat uit te waaien.
De herfst loopt op zijn einde, en de temperaturen nemen de komende weken ongetwijfeld nog een duik, maar de zon zorgt zeker nog voor schitterende stadsgezichten. Een laagje sneeuw zou dat alleen nog mooier maken.
Ter illustratie vind je enkele beelden terug op http://bxlen.wordpress.com.