Per Thalys vanuit Brussel naar Parijs? Dat had ik al te vaak gedaan. Ik vond het eens tijd voor iets anders en besloot de stoptrein te nemen naar de Franse hoofdstad. In de praktijk bleek dit te bestaan uit drie treinen, een busrit en een wandeling om Frankrijk binnen te komen. Een verslag van een niet voor de hand liggende reis van zeven uur lang.
Om elf uur vertrek ik vanuit het station Brussel-Zuid met een oud, vuurrood Belgisch treintje naar Charleroi. Daar is mijn eerste overstap.
Dan neem ik een ander ouderwets rood treintje richting de Franse grens. Het is wel duidelijk dat treinmaterieel niet de eerste prioriteit van de NMBS in deze regio is.
Het Belgisch grensstation is Erquelinnes. Sinds enige tijd rijden er geen passagierstreinen meer de grens over. Dus gaat de reis te voet verder.
De Franse grens lijkt streng bewaakt te worden door agenten. Deze controleren echter enkel de passerende auto’s, waardoor ik zonder controle het land binnen wandel.
De wandeling van het Belgische naar het Franse station duurt ongeveer een halfuur. In het stadje Jeumont kom ik de eerste typische Frans flatwijk tegen.
Jeumont is, net als Charleroi, een arbeidersgemeente. Het staat er vol arbeidershuisjes en flats en de gemeente lijkt heel divers te zijn.
Bij het treinstation van Jeumont drink ik koffie. De serveerster in het café spreekt ch’timi, een dialect wat in de regio rond Lille wordt gesproken. Ik kan haar moeilijk verstaan. Uiteindelijk begrijp ik toch dat ik één euro en tien cent moet betalen.
Bij gebrek aan een grote reizigersstroom komt er geen stoptrein maar een bus aanrijden. Op de bus zitten wel drie mensen. Het is mij meteen duidelijk dat er heel erg veel te beleven is in Maubeuge, de volgende halte op deze dwaze reis.
Net als het vorige stadje is ook Maubeuge een industriegemeente. Dat is aan alles te zien. Zelfs de lokale kerk is er in industriële stijl gebouwd.
Omdat ik een uur overstaptijd heb, wandel ik wat rond in dit oord. De grote hoeveelheid flatgebouwen doen me aan Oost-Europese steden denken. En op het station wandelen jonge mannen rond die zich kleden zoals de jongste generatie Franse rappers. Die doen me eraan herinneren dat Parijs niet meer zo ver weg is.
Eigenlijk is deze stoptrein geen stoptrein te noemen, maar eerder een snelle intercity. Hij stopt onderweg drie keer. Het leuke aan deze rit is dat ik het Franse landschap langzaam zie veranderen. De rode bakstenen huizen maken langzaam maar zeker plaats voor de wit gepleisterde Franse huizen met rode daken.
Oké, waarom zou je als mens in hemelsnaam per stoptrein vanuit België naar Parijs gaan? Omdat het goedkoper en avontuurlijker is dan de hogesnelheidstrein. En waarom zou je het niet doen? Omdat het enorm tijdrovend is. Ik denk dat ik volgende keer weer gewoon per Thalys naar de Franse wereldstad ga.