Yann Lebout hangt rond in het wereldwijde web zoals hij rondhangt in Brussel: om te werken, zich te laten inspireren en te ontmoeten. Zijn tekst verscheen eerder op Bxl.blog. BrusselBlogt zorgde voor de vertaling.
Mijn Brussel is er een van contrasten. Dat van hippe terrassen die gestoord worden door lawaaierige scooters van mensen uit de wijk. Dat van restaurants waarvan de ramen zowel uitzien op trottoirs waar prostituees hun klanten aanspreken als op de gevel van een grandioos gebouw uit de achttiende eeuw. Dat waar de bevolking (bijna) evenveel actie onderneemt om de platanen van een laan te beschermen als om een oude verwaarloosde pornobioscoop te redden. Dat van het Muntcentrum recht tegenover de Muntschouwburg. Dat van straten die het Martelarenplein verbinden met de Anspachlaan, de Zavel met het Vossenplein, het Londenplein met de Sint-Bonifaasstraat. Dat van feestjes gaande van het Bal Populaire tot de Fuse, van Dansez-vous français tot Démence, van de Ateliers Claus tot God Save the 90’s, van Café Central tot de Celtica. Dat van Cinema Nova en Cinematek. Dat van de Agoragalerijen en de Koninginnengalerijen. Dat van Bouchéry en Fritland.
Natuurlijk, sommige contrasten zijn bedroevend. Ik zou liever hebben dat mijn Brussel er geen is van bedelaars en Europese ambtenaren. Dat van talloze leegstaande gebouwen en te veel daklozen. Dat van te veel auto’s en te lege metro’s. Dat van talrijke universitaire campussen en een werkloosheidspercentage van 18 %. Dat van de geproduceerde rijkdom in Brussel en de Brusselse begroting. Dat van de vuilniszakken die erop wachten opgehaald te worden aan de Koninginnengalerijen. Dat van het Collège Saint-Michel en het Athenée Royal de Koekelberg.
Maar uiteindelijk verrijken deze contrasten, zelfs de ergste, de inwoners. En ook al moeten we strijden tegen die contrasten die in werkelijkheid ongelijkheden zijn, mijn Brussel is er niet een die zijn verschillen verdoezelt achter weelderige façades, maar een van een rijkdom die zich voedt aan de verschillen van alle Brusselaars, of het nu gaat om Parijse immigranten, ontheemde daklozen, Vlaamse ambtenaren, zinnekes uit de Maghreb, deftige antiekhandelaars of studenten uit de provincie.