Categorieën
Faits divers Wonen in Brussel

Amalia

Jill Tersago presenteert op haar blog Abrikozen Op Mijn Boterham bitterzoete hersenspinsels van een twentysomething die leeft en liefheeft in de stad.

Zij staat daar en ik zit hier.

Ik, languit in de zetel met een warme kop thee, turend door het venster.
Zij, leunend tegen de gevel van het nieuwe visrestaurant in onze straat.

Onze straat. Ik maak er sinds kort ook deel van uit. Het naamplaatje op de brievenbus is op dit moment nog trouw aan diens vorige eigenaar en ook al ken ik deze buurt van haar noch pluim, toch zeg ik het, nu al. Onze straat.

Zij staat daar. Amalia. Zo noem ik haar. Ik ken haar niet.
Maar ze intrigeert me.
Ze steekt een sigaret op en blaast de rook sierlijk omhoog.
Ik neem een slok van mijn thee en verbrand me.
Verdorie.

Amalia heeft een mooie getinte huid, lange donkere krullen die als een waterval neerkomen op haar slanke schouders.
Er komt een man uit het restaurant, netjes opgekleed met streepjes hemd en opgeblinkte schoenen. Hij neem een sigaret uit zijn borstzakje en gebaart Amalia speels voor een vuurtje. Ze heeft een verveelde blik op haar gelaat maar leunt desondanks naar de man toe, dichterbij dan nodig is, met haar aansteker in de aanslag. Klik.

Ik steek het licht aan. Drie uur vertelt de wekker me op een zelfingenomen manier. Ik schenk mezelf een glas wijn in en zet me in de zetel, klap de laptop open en lees doezelig mijn mailbox na.

Ik zucht.

Er is rumoer op de straat, ik kijk naar buiten en zie twee jonge knapen in gesprek met een vrouw ingeduffeld in pelsen jas met luipaardprint. Het is Amalia en hoewel ik de woorden die vallen niet kan vangen is het snel duidelijk dat de jongemannen hun interesse verliezen en hun pad verder zetten.

Amalia steekt een sigaret op en wacht. En ik wacht met haar. Ik schenk mezelf nog een glas in en laat een streep fado uit de boxen zingen, fantaserend dat Amalia uit het zuiderse Portugal komt. Ik zet de ramen op een kier en hoop dat de wind het gezang van de nachtegaal meedraagt tot bij haar, hopend dat deze zielroerende klanken haar melancholisch maken en herinneringen oproepen aan haar kindertijd.

Maar Amalia kijkt niet op, pinkt geen traan weg. Uren staat ze stijf en star haar hakjes te verslijten aan de straatstenen. Enkel wanneer een auto passeert laat ze haar jas even uitdagend openhangen zodat haar ranke onderstel zichtbaar wordt voor wie het wil zien.

De fado sterft uit, mijn ogen vallen toe. In mijn droom varen we met een schip langs de kusten van Portugal, Amalia en ik. De vissers aan wal lachen en wuiven ons vriendelijk toe. Ik word wakker en heb zin in pasteis de nata.

Nog voor ik bedenk of Amalia een Portugees adresje in de stad weet zie ik dat ze haar plek verlaten heeft. De nachtvlinder heeft haar vleugels uitgeslagen. Wie weet komen we elkaar nog eens tegen, wanneer de stad zich in het donker hult en de straten plaats maken voor eenzame zielen.

Share