Categorieën
Duurzaamheid

Stadslandbouw krijgt voet aan grond in Brussel

BrusselBlogt organiseerde op zaterdag 29 augustus een debat over stadslandbouw op Brussels Creative Forum. Michiel Van Meervenne van het Vlaams infocentrum land- en tuinbouw (VILT) woonde de sessie bij en schreef volgend verslag.

Net als in andere Europese grootsteden is stadslandbouw ook in Brussel aan een opmerkelijke opmars bezig. De laatste jaren zagen enkele tientallen nieuwe projecten het levenslicht, van dak- en moestuinen tot champignonkwekerijen en zelfs een heuse insectenboerderij. Tijdens het Brussels Creative Forum, een initiatief van onder meer de Stad Brussel en de Vlaamse Gemeenschapscommissie, werd een stand van zaken opgemaakt aan de hand van drie bestaande projecten.

Op uitnodiging van de website BrusselBlogt kwamen de drie drijvende krachten achter evenveel Brusselse stadslandbouwinitiatieven hun projecten voorstellen. Belinda Cloet en Tom Van Bogaert, beide werkzaam bij het Departement Landbouw en Visserij, leidden het geheel in goede banen en gaven eerst en vooral het woord aan Marco Volpe van de landbouwcel van het Brussels Gewest. Die ontfermt zich over de 244 hectare landbouwgrond die het hoofdstedelijk gewest rijk is. Dat areaal valt uiteen in 50 procent blijvend grasland en 50 procent cultuurgrond, waarop zeven actieve landbouwers hun activiteiten ontplooien.

(c) Abattoir en ORG

Er bloeit wat in Brussel

Daarnaast ondersteunt de cel ook verschillende initiatieven in samenwerking met Leefmilieu Brussel, dat dit jaar het strategisch plan ‘Duurzame voeding’ lanceert. “Dat plan heeft twee doelstellingen”, vertelt Volpe, “enerzijds het volop inzetten op duurzaam, gezond en kwaliteitsvol voedsel voor iedereen en anderzijds het ontwikkelen van een duurzame stadslandbouw.” Concreet uit zich dat in de organisatie van workshops, het bevorderen van korte keten, steun aan nieuwe stadslandbouwers en een versterkte samenwerking met de twee andere gewesten.

Een hele korf beleidsintenties dus, maar hoe zit het met de praktijk? Daar beweegt heel wat, zo blijkt. Een greep uit bestaande initiatieven: de zelfpluktuin voor frambozen Fruit-Time, de krekelkwekerij Little Food, de champignonkwekerijen Permafungi en Champignon de Bruxelles, het onlangs nog gelauwerde Parckfarm, de moestuinen van Potage-Toit, de stadsboerderij van Les Débuts des Haricots, de sociaal inclusieve boerderij Nos Pilifs, en nog heel veel meer.

Dynamiek in de wijk

De Ferme du Chant des Cailles bijvoorbeeld, een stadslandbouwproject in Watermaal-Bosvoorde “met sterke participatieve en ecologische waarden”. Dat zijn niet zomaar dure woorden, zo blijkt al snel uit de presentatie van Anne Dirix en Ann De Gheest, co-bezielers van het project. In de lente van 2012 stak een gemotiveerde buurtbewoonster de spade in de grond op een braakliggend veld dat eigendom is van een coöperatieve van sociale woningen. Amper drie jaar later ontwikkelde de vzw vijf activiteiten die sterk met elkaar verbonden zijn: een groenteveld, een kruidentuin, een collectieve moestuin, schapenhouderij en een wijkwerking.

De cijfers spreken voor zich: 6.500 vierkante meter beteelde grond, 240 zelfoogstleden die lid zijn van de vzw, drie groenteboeren, drie stadsherders die waken over 25 schapen en 38 lammeren en schapenkaas maken, enzovoort. Momenteel staat een participatieve buurtkruidenier op stapel. “Wat dit project zo speciaal maakt, is dat het in een heel korte tijd zo’n warme dynamiek heeft losgemaakt in de wijk”, vertelt Anne Dirix. “Dit project is met andere woorden helemaal geïntegreerd in de wijk en heeft een hoge pedagogische waarde.”

Lokale groenten op het menu

Aan de andere kant van het centrum, in Molenbeek, verrees enkele maanden geleden La Petite Senne, een stadsboerderij die met de steun van de gemeente Molenbeek tot stand kwam en bestierd wordt door Atelier Groot Eiland. Simon Clissold, de Australiër die je misschien kent van de Leuvense Food Hub, legde er de groentebedden aan. La Petite Senne heeft een uitgesproken sociaal profiel: het is een boerderij die mikt op sociale tewerkstelling, opleiding en werkervaring. “Met La Petite Senne willen we het ‘recht op arbeid’ realiseren”, zegt Aline Morocutti. “We willen Brusselaars helpen die op de reguliere arbeidsmarkt uit de boot gevallen zijn.” La Petite Senne is 1.100 vierkante meter groot en beschikt over twee serres. Op 60 groentebedden worden 24 verschillende groenten geteeld die je kraakvers op je bord krijgt in restaurant de Heksenketel, net naast de tuin.

Als laatste kwam Jan Van Assche van Abattoir vertellen hoe het met de plannen voor de gigantische Abattoir-site in Anderlecht staat. Het slachthuis van Anderlecht heeft een lange geschiedenis: de centrale overdekte markthal is omwille van zijn prachtige architectuur dan ook geklasseerd. De hamvraag luidt al enkele jaren: wat met de ruimte rond de hal? “We denken aan multifunctionele pakhuizen met op de daken stadsakkers”, aldus Van Assche. “Deze plaats staat volledig in het teken van voeding. Tijdens de weekends komen meer dan 100.000 bezoekers hun verse voeding kopen bij meer dan 650 marktkramers. Verder heb je hier ook nog 3.000 vierkante meter evenementenruimte en heel wat culturele en sociale initiatieven die Kuregem een nieuw elan geven. Daar willen in de toekomst verder op inzetten. Op termijn willen we productie en consumptie meer laten samenvallen op onze site.”

Share