Categorieën
Brussel meertalig

Drietalige communicatie bij Cinema Nova

De krant en de website van Cinema Nova vallen op door een consequente en creatieve tweetaligheid. Marie-Eve Cosemans, medewerkster van het eerste uur, legt uit hoe het taalgebruik bij de alternatieve cinema samenhangt met de werking ervan. De vierde aflevering in de reeks De Meertalige Metropool.

 

(c) Luc Mercelis


EEN PLOEG VAN VRIJWILLIGERS

Marie-Eve Cosemans: “Bij Nova gaan we uit van vrijwilligerswerking. Er zijn enkele betaalde posten ter ondersteuning van de algemene werking. We hebben één persoon in dienst met een contract van onbepaalde duur voor de financiële opvolging en er is ook plaats voor enkele coördinerende functies, met het oog op de continuïteit.”

DE TAAL VAN DE TOESCHOUWER

“De programmatie gebeurt helemaal door vrijwilligers, die verenigd zijn in een programmatiecomité. De mensen die programmeren, schrijven hun eigen teksten, in de taal die ze het beste kennen. Die teksten worden nagekeken en verbeterd, maar meestal wordt daar niet meer zoveel aan veranderd. Bijgevolg kunnen ze qua insteek en niveau onderling heel verschillend zijn.

Daarna gebeurt de vertaling, meestal naar het Nederlands, soms, maar minder, van het Nederlands naar het Frans (de lingua franca). Die vertalingen worden nagelezen en verbeterd, meestal ook weer door vrijwilligers, gemotiveerde mensen zonder vertaalopleiding.

Soms worden teksten ook tegelijkertijd in twee talen geschreven, als het een collectieve programmatie betreft, wat heel typisch is voor het Offscreen-programma. In die ploeg zitten heel veel Nederlandstaligen. Dat maakt dat die teksten onderling heel verschillend zijn.”

 

CINEMA NOVA, 1000 Bxxxl

Krijgen jullie positieve reacties over de tweetaligheid bij Cinema Nova?

“Nee, mensen verwachten dat. De keuze om tweetalig te werken is gemaakt van bij het begin, 18 jaar geleden. Toen was dat niet zo evident, er waren weinig cultuurhuizen die tweetalige communicatie hadden. Dat is heel fel veranderd de laatste tien, vijftien jaar. Ik denk dat we samen met de Beursschouwburg een van de eerste waren om dat consequent te doen. Dat kwam omdat we van meet af aan met een gemengde groep zaten. We zochten ook creatieve oplossingen voor de algemene informatie, we wilden dingen als ‘van/de – tot/à’ vermijden. Zo werken we bijvoorbeeld met een dubbele punt, zoals in ’14:00′, en met pijltjes. Zo is er een huisstijl ontstaan.”

Het valt op dat de Nederlandse vertalingen niet altijd letterlijk zijn, ze zijn creatief. Hoe komt dat?

“We besteden die vertalingen niet uit. Mensen van de ploeg doen dat. Zij zijn op de hoogte van de programmatie en leggen vaak hun eigen accent. Soms hebben ze zelf de film gezien. Ik zeg hen ook altijd dat ze er hun eigen draai aan mogen geven, zonder de oorspronkelijke tekst daarom onrecht aan te doen. Het is zelfs al gebeurd dat de meningen over een film niet gelijk lopen.”

VERTALEN IS VEEL WERK

Waarom is er geen Engelse vertaling?

“Dat is om praktische redenen. We zijn een jaar geleden begonnen met Engels op de website, maar dat is enorm veel werk. We hadden heel veel gemotiveerde vertalers, die tegelijk echter ook drukbezette mensen zijn en dat niet konden volhouden. Ik heb nog voorgesteld om kortere teksten te schrijven, maar voor een vertaler is dat bijna evenveel werk. Daar komt dan ook bij dat de Engelstalige versie van de website best ook samengaat met een Engelstalige versie van de nieuwsbrief en het perscommuniqué. Ook je Engelstalig pers- en toeschouwersbestand moet je uitbreiden, wat opnieuw extra werk betekent.

Wat we wel meer en meer doen, is de films Engels ondertitelen. Die investering loont wél de moeite, omdat je niet alle films systematisch moet vertalen. Je kan er een paar uitkiezen die verschillende keren vertoond worden. Dat rendeert. ‘Le chantier des gosses’ bijvoorbeeld hebben we vertaald naar het Nederlands en het Engels, net als enkele andere films, en we hebben echt gemerkt dat dat de moeite loont. Mensen komen er ook soms naar vragen. Wanneer we dat doen, gebeurt dat live, met software die Nova zelf ontworpen heeft, en daar moet iemand bij zitten die dat kan volgen. Ook als er slechts vijf toeschouwers in de zaal zitten, kan dat gebeuren.”

KIEZEN TUSSEN TALEN

Welke ondertiteling krijgt een film?

“We tonen altijd originele versies, praktisch nooit gedubde, tenzij voor kinder- of tekenfilms. Welke ondertiteling kiezen is heel erg moeilijk. De films die we vertonen zijn meestal niet uitgebracht in België, en dus niet tweetalig ondertiteld. Vaak halen we onze kopijen uit Frankrijk – bijvoorbeeld een Italiaanse film die in het Frans ondertiteld is. Als het een uitsluitend Engelse ondertiteling is, weten we dat we nog meer toeschouwers uitsluiten, namelijk heel veel Franstaligen. Als het gaat om een film die we vaak vertonen – want vaak zijn er slechts een of twee vertoningen – dan proberen we daar zélf Nederlandse of Franse ondertiteling bij te doen. Dat betekent dat er iemand naast de computer moet gaan zitten of dat we zelf de film moeten vertalen, want soms bestaat er geen ondertiteling. Dat is enorm veel werk: ofwel vinden we de dialogenlijst van de film terug, ofwel een van de ondertitelingen die al bestaan. We kunnen ons bijvoorbeeld baseren op de Engelse ondertiteling van een Italiaanse of Japanse film. Dat is echt vertaalwerk en dat kunnen we niet voor elke film doen. Verder gaan we er ook van uit dat mensen die gemotiveerd zijn om de film te komen bekijken een van de twee talen kennen, meestal Frans, toch zeker in Brussel.”

HYBRIDE FINANCIERING

Vinden jullie het noodzakelijk om financieel gesteund te worden door culturele instanties van de verschillende gemeenschappen?

“Ja, dat was van meet af aan zo. En dat lukt ook. In het begin was dat niet evident, maar ondertussen zijn er anderen bijgekomen, zoals Brussel Behoort Ons Toe, Flagey, Zinneke Parade. Het wordt meer aanvaard, nu. We hebben daar tamelijk weinig problemen mee, vind ik. Voor de overheid zijn wij ook geen uithangbord, we zijn echt niche. Ze steunen ons omdat iedereen zegt dat het goed is en ook omdat we in het buitenland erg goed liggen. Mensen die op kabinetten of in commissies zitten, horen dat ook wel. Ze gaan er niet mee uitpakken, maar vanaf het moment dat ze ons zijn beginnen ondersteunen, is het ook blijven doorgaan. En gelukkig maar…”

Share