Ik woon in de Slachthuislaan in hartje Brussel, het centrum van België, de hoofdstad van Europa. Mijn buurt is ‘in ontwikkeling’. Het Brussels Gewest legt binnenkort aparte fietspaden aan en een enorm park aan de Ninoofsepoort. Op dit moment kunnen we enkel hopen dat de infrastructuurwerken er een betere plek van zullen maken. Want vandaag is mijn buurt vuil: onze groene plekken dienen als vuilnisbelt, de Kleine Ring is een autosnelweg zonder snelheidsbeperking (en geen enkele politicus kan het iets schelen) en onze straat bestaat uit zwerfvuilhotspots.
De afgelopen twee jaar waren de meeste hoeken van mijn straat voortdurend bezaaid met alles wat je je kunt voorstellen: wc’s, bedorven voeding, ontmantelde meubels, tapijten, enz. Ik heb verschillende keren geprobeerd via Twitter het probleem aan de kaak te stellen bij niet-visionaire politici zoals Fadila Laanan (Brussels staatssecretaris voor Openbare Netheid) en Karine Lalieux (Schepen van Openbare Reinheid van de stad Brussel). Zonder veel resultaat. Ik bedoel maar: als je belang hecht aan het gebruik van sociale media in je politieke communicatie, stop dan met jezelf te bewieroken voor de grote daden die je stelt in je leven. Neem je verantwoordelijkheid, geef ‘je’ burgers antwoorden, reik oplossingen aan. In Brussel gebruiken enkel de schepenen Els Ampe en Ans Persoons de sociale media effectief om te communiceren met de burgers.
Lalieux, die al sinds 2006 (!) bevoegd is voor openbare netheid, antwoordde mij ooit door haar eigen initiatieven te prijzen, zonder aandacht te hebben voor het echte probleem: dag na dag worden dezelfde plaatsen gebruikt om afval te dumpen. Tijdens een wijkbijeenkomst negeerde ze mijn vraag, dus ik besloot er niet meer naartoe te gaan. Misschien heeft ze het te druk met haar tweede baan als parlementslid in het Federaal Parlement. Kun je je voorstellen dat je voltijds parlementslid bent en tegelijk de verantwoordelijkheid draagt voor de netheid van een stad met meer dan 100.000 inwoners? Dat is te gek om los te lopen!
De vraag blijft waar al dat afval vandaan komt. Mijn straat moet in duistere kringen bekend staan als ’the place to be’ om je te ontdoen van je vuilnisbak, want één, of zelfs vijf families samen, kunnen het afval niet produceren dat we dagelijks aantreffen in onze straat. Mijn punt is: als je weet dat sommige plaatsen bekend staan als hotspot, waarom treedt er dan iemand op? Het maakt het nog moeilijker om de buurt waar je woont te respecteren als je al het afval om je heen ziet. We zijn letterlijk de toekomst van onze kinderen aan het verspillen. Tot dusver zijn ze opgegroeid met het idee van smerige straten en konden ze nooit spelen in het park aan de andere kant van de straat, omdat het gereserveerd is voor de nare gewoonten van een aantal Brusselaars en, wie weet, mensen van ver daarbuiten!
De situatie die ik hierboven geschetst heb, doet waarschijnlijk een belletje rinkelen bij vele Brusselaars, dus laten we proberen constructief te zijn. Hieronder vind je acht suggesties om het afvalprobleem in Brussel te lijf te gaan:
-
Repressie: gebruik camera’s, zoals in Molenbeek, om plaatsen voor een aantal dagen te observeren en bestraf de criminelen.
-
Plaats ondergrondse afvalcontainers en laat mensen ze altijd gratis gebruiken.
-
Organiseer ruilmarkten voor inwoners, waar je spullen die je niet nodig hebt inruilt voor dingen die je buren aanbieden.
-
Organiseer meer dan twee gratis inzamelingsrondes voor grofvuil per jaar. Doe het elke maand en communiceer er verstandig over.
-
Mensen weten niet wanneer het tijd is om de blauwe, witte of gele zakken buiten te zetten. Informeer hen met speciale kalenders.
-
Geef de burgers stimulansen. Laat hen groenafval van fruit en groenten naar wijkcompostcentra brengen. Zodra ze twintig kilogram afval gecomposteerd hebben, krijgen ze een gratis zakje potgrond om planten en bloemen te kweken op hun terras of in hun tuin.
-
Organiseer guerrilla-acties om aan te tonen dat je wijk vervuilen niet door de beugel kan, zoals in Lissabon of in Londen.
-
Zorg voor meer publieke ruimte. Vorm de parking annex stortplaats op de Poincarré- en Slachthuislaan zo snel mogelijk om tot een groene oase.
Formuleer gerust jouw ideeën of laat weten wat je ervan vindt!
Deze tekst is eerder in het Engels verschenen op de blog Lambyk. Kwinten Lambrecht schrijft er over Brussel, communicatie, duurzaamheid, mobiliteit en een vleugje politiek.De vertaling is van BrusselBlogt.