Wat in Antwerpen niet kon, kan wel in Brussel. Nadat hij twee keer nul op het rekest kreeg – noch in het Centraal Station, noch in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen was er plaats voor zijn 28 meter lang werkstuk – kreeg Narcisse Tordoir het voor mekaar om zijn triptiek ‘Fake Barok’ in Brussel aan de buitenwacht voor te stellen.
Al van aan het begin van zijn kunstenaarscarrière was kunst om de kunst niet voldoende voor deze beeldend kunstenaar. Het zal dan ook niet verwonderen dat hij diep onder de indruk raakte van fotografische beelden over migratiegolven die de laatste jaren alomtegenwoordig zijn in de media. Aanvankelijk terughoudend om enkele ervan als uitgangspunt te gebruiken voor zijn eigen werk ging hij voor de bijl bij het zien van een man met een kind dat hij, gewikkeld in een wit doek, in zijn armen houdt. Dit tafereel is een van de talrijke fragmenten die samen de fotocollage vormen die dan uitvergroot tot het eindresultaat leidde dat nu dus te bekijken is in Brussel.
De hele collage lijkt in eerste instantie samenhang te ontberen maar wie wat weet over de ontstaansgeschiedenis en thema’s die in het werk verwerkt zijn, kan de drie delen in het werk onderscheiden. Migratie, oorlog en de mens die leeft in een spanningsveld tussen de wereld die hem gewild of ongewild in beweging brengt in zijn streven naar een vorm van onthechting. Een na één word je ermee geconfronteerd.
Het linkerdeel van het schilderij toont, al dan niet geïdealiseerd, de realiteit van de migratie. Het middendeel doet irreëel aan. De menselijke figuren waar je naar kijkt, liggen onaangeroerd op een slagveld. Het zijn poppen uit een scène in een Spaans oorlogsmuseum. Het rechterdeel brengt enige verademing. Naast een apocalyptisch landschap zweven twee jonge mensen door de lucht, fotografisch vastgelegd op het ogenblik dat ze het hoogtepunt van hun sprong bereiken, als vinden ze een rustpunt in een omgeving die hen vreemd lijkt.
In dit monumentaal werk komt Tordoir terug op invloeden die hij de jongste jaren in zijn werk verwerkte, meer bepaald op wat door kunsthistoricus Frank Reynders als het duistere deel van barok wordt aangeduid. Narcisse Tordoir zegt hierover: “Barok voldeed niet aan de eigenschappen van zogenaamde goede kunst. Barok was bizar, hybride, duister en onvolmaakt. Met haar allegorie, retoriek en kitsch werd barok geassocieerd met het lelijke en met bedrog. Het was ‘fake’. Tegelijkertijd was de barok in staat om een metamorfose te ondergaan en het verval van de maatschappij te weerspiegelen.”
Niet enkel het tegendraadse van barok komt naar voren in ‘Fake Barok’. Ook het coloriet, het gebruik van oververzadigde kleuren, haalt Tordoir uit de barokperiode. Neem je er het toch wel grote formaat bij, dan kan je stellen dat de schilder met dit werk een vorm van overkill zoekt te realiseren. Hij lijkt zich hiermee te verantwoorden voor het voor hem aanvankelijk onkiese gebruik van de moderne migranten.
‘Fake Barok’ wordt nog tot 4 februari geëxposeerd in het Forum van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (Regentschapsstraat 3, 1000 Brussel). De musea zijn open voor het publiek tijdens de week van 10 uur tot 17 uur, in het weekend van 11 uur tot 18 uuur. Op maandag zijn de musea gesloten. Het Forum is tijdens de openingsuren vrij toegankelijk voor het publiek.
Citaat Narcisse Tordoir: www.ccstrombeek.be > CACTUS
Tekst: Michel Zeghers
Illustraties: persdienst KMSKB Brussel, © Sophie Nuytten, Dirk Pauwels