In het park dat zich achter het evenementengebouw van Tour & Taxis bevindt, werd in december een monument onthuld ter gelegenheid van de 70ste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Het toont maar aan dat, de dag van vandaag, ook een Belgische overheid het belang van mensenrechten kan uitdragen.

Het afgelopen jaar lag Brussel in het oog van een storm die in politieke kringen werd aangegrepen om bij de burger het grote gelijk te halen. Het rijke Europa keert zich af van problemen die zich in Afrika en het Midden-Oosten manifesteren. Migratie die een gevolg is van oorlogen en humanitaire crisissen wordt beschouwd als een te mijden kwaad dat, als het even kan, het best buiten de grenzen gehouden wordt. Meningsverschillen over multilaterale samenwerking op mondiaal vlak resulteren in een federale regering die enkel lopende zaken kan behandelen. De polarisatie op maatschappelijk vlak wordt er niet kleiner op.
Veel viel er eind vorig jaar dus niet te vieren bij het herdenken van het uitvaardigen van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. Eensgezind is er het Westen overigens niet als het erop aankomt om die Universele Verklaring van de Rechten van de Mens te gebruiken als hefboom bij het afdwingen van die rechten in situaties waar ze met voeten worden getreden. Getuigt het oprichten van een obelisk met de artikels van de Verklaring als opschrift dan vooral van naïviteit en voedt dit slechts misplaatste hoop of is het in tegendeel een krachtig statement tegen degenen die het belang van supranationale organisaties en de waarde van internationale jurisprudentie miskennen?
De minister van Leefmilieu van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest Céline Fremault (CDH) is eerder van het laatste overtuigd. Het was zij die het initiatief nam om in Brussel een nieuw baken te realiseren dat de burger enige rust kan brengen en dat aanzet tot introspectie over wat er vandaag omgaat in dit kleine landje van ons.

foto’s: Michel op Flickr
zoektermen: mensenrechten
auteur tekst: Michel Zeghers