Ik weet niet of de koning je zal te woord staan.
Zou je zelf hebben beslist dat het tijd was om te gaan? Iets in mij zegt van wel. Zo was je gewoon. Denk ik toch. Want zo lang kende ik je nog niet. En toch wist ik meteen wie je was. Een zeldzame zielsgenoot. ‘Wij zijn katmensen’, zei je tegen me. ‘Hondmensen die gaan achter elke opportuniteit aan. Wij niet. Wij wachten tot de kans voorbijkomt. En als ze ons aanstaat springen we erop. En laten ze niet meer los.’ Je nipte van je tripel en knikte bevestigend. Dat was dat.
Je levenslust. Dat ga ik het meeste missen. Je humor, je relativeringsvermogen en het allesomvattende woord voor jou dat we nooit gevonden hebben. Stoïcijns, stelde je voor. Maar de pret in je ogen smolten dat te nauwe kader instantly weg. Pragmatisch, dacht ik. Maar je flamboyante zelf walste ook dat meteen onderuit. Uniek. Alive. And kicking. Een mens, zoals elk mens zou moeten zijn. Oprecht maar alert. Rechtvaardig en streng. Intelligent én belezen. Nooit ofte nooit met enige pretentie. Maar wel trots. En met een eeuwige honger naar nieuwe inzichten. Nieuwe feiten. Verwondering. En relativering. En verwondering.
Jij sluwe vos. Je hebt iedereen mooi liggen denk ik dan. Zomaar zonder afscheid de nacht in. Een zwart gat achterlatend. Ik was in shock. En toch wist ik het. Ik had al afscheid genomen. Dat besef ik nu pas. ‘Het was een inspirerend moment voor een oude man.’ Toen je dat schreef ging mijn alarm af. Een vals alarm, zo bleek enkele dagen later. Ik was boos, maar dat heb ik je nooit gezegd. Ik was boos omdat ik dacht dat je met opzet aandacht vroeg. Dat je mij aan het testen was. Dat je wou zien hoe ik zou reageren op een mogelijk tot nooit meer. Boos, en blij dat ik fout zat. Dacht ik.
En nu trek jij aan het langste eind. En wij aan het kortste. Wij, iedereen die hier nog is. Iedereen die je heeft gekend en je gaat missen, en iedereen die je niet heeft gekend en dat nooit meer zal kunnen.
Liefste vriend. Dank je. Uit de grond van mijn hart. Voor je aanstekelijke levenslust. Voor je liefde voor het leven. Het goeie leven. Het echte leven. En voor je geloof in de kracht van de confrontatie en de pracht van de waarheid. Tot ooit weer.