Categorieën
Podium

Congo: een hernieuwde kennismaking

Verhalen krijgen pas betekenis als je ze blijft vertellen. Dat geldt ook voor de geschiedenis van het Nationaal Ballet van Zaïre en het heldenepos van Lianja. NTGent geeft theatermaker Faustin Linyekula het podium voor Histoire(s) du Theâtre II. De meer dan geslaagde Congolees-Belgische samenwerking komt naar het Kaaiheater.

(c) Agathe Poupeney

We schrijven 1974. President Mobutu Sese Seko wil met zijn terugkeer naar de authentieke Afrikaanse cultuur de natie een gevoel van eigenwaarde geven. Het land, de rivier en de munteenheid krijgen de naam Zaïre, Europese namen worden verboden, de traditionele abacost komt in de plaats van het herenpak. De hele wereld kijkt naar Kinshasa voor The Rumble in the Jungle, de legendarische boksmatch tussen Muhammad Ali en George Foreman. Mobutu richt dat jaar ook het prestigieuze Nationaal Ballet van Zaïre op, dat met zijn gemengde etnische samenstelling en zijn internationale tournees uitgroeit tot een visitekaartje van het land. De vroegere Belgische kolonie kent een periode van vrede en welvaart, maar de grote leider vertoont dictatoriale trekken en verrijkt zichzelf op schandelijke wijze.

Faustin Linyekula is opgegroeid met Het epos van Lianja op Télé Zaïre. Hij was als kind verbluft door de maskers en de trommen en kende alle liedjes uit het hoofd. De bekendste voorstelling van het Nationaal Ballet gaat over de wraak van Lianja op de moordenaar van zijn vader en symboliseert de geboorte van alle volkeren van Zaïre. Vijfenveertig jaar na datum zocht Linyekula drie vertolkers op en maakte met hen een nieuw stuk. Het Nationaal Ballet bestaat nog altijd, maar is een schim van wat het ooit was.

De voorstelling heeft twee vertellers, die ook hun eigen ervaringen beschrijven. Papy Maurice Mbwiti herinnert zich bijvoorbeeld hoe hij van school gestuurd werd omdat papa de rekening niet kon betalen. Onbegrijpelijk, vond hij, want zijn vader vertoefde als vertaler van het regime dicht bij God. Oscar Van Rompay vertelt open over zijn twijfels. De vaste acteur van NTGent komt als manager van een boomplantage in Kenia geregeld in Afrika omdat hij daar kan opgaan in een ander geheel en afstand kan nemen van zijn beroep. Met deze voorstelling, die voorbereid werd in Rwanda (Congo was niet veilig genoeg), moet hij de confrontatie met Afrika aangaan als witte theatermaker.

Tussen de persoonlijke bespiegelingen en historische schetsen wordt het epos nieuw leven ingeblazen. Terwijl oude zwart-witbeelden de revue passeren, kruipen de drie oude acteurs in hun oude rol. Liedteksten in het Lingala, opzwepende dans, kleurrijke kostuums en curieuze muziekinstrumenten: een stukje Congolese geschiedenis herleeft op het podium. Een hoogtepunt is het duel op leven en dood tussen Mbwiti en Van Rompay, allebei in bloot bovenlijf en met beschilderde gezichten. Het lang uitgesponnen gevecht wordt pure slapstick als Van Rompay zich weigert over te geven alsof hij de Zwarte Ridder in Monty Python and the Holy Grail was. Hij verrast ook met een doorleefd gebrachte monoloog in het Lingala.

De Gentse première in de Minardschouwburg kende een aarzelende start, mede door onaangename randvoorwaarden als rinkelende gsm’s en een koppel dat de zaal verliet omdat het in de verkeerde voorstelling zat. Maar het stuk won aan kracht door de aanstekelijke energie van muziek en dans en overtuigde als ode aan het vertellen. Het is ook een boeiende ontmoeting tussen Belgen en Congolezen, een hernieuwde kennismaking. Mbwiti zegt op een bepaald moment dat er Vlamingen en Walen in het Nationaal Ballet van Zaïre hadden kunnen zitten als de Belgische kolonialen na de onafhankelijkheid waren gebleven en Congolese onderdanen waren geworden. De kloof tussen Afrika en Europa was misschien niet zo groot geworden.

Histoire(s) du Theâtre II is te zien op vrijdag 13 en zaterdag 14 maart in het Kaaitheater en vertrekt daarna op tournee door Europa.

Share

Door Tom

Nieuwe Brusselaar met een passie voor taal, cultuur en journalistiek. Geboren in Sint-Niklaas. Studeerde Germaanse talen in Gent en woonde na zijn studie zes jaar in Berlijn. Houdt zich bezig met beleid en communicatie binnen de Vlaamse overheid en is journalist in bijberoep.