In het midden van een park in Grimbergen, ongeveer een kilometer ten noorden van afrit 7, bevindt zich het Prinsenkasteel. Of althans wat er van overblijft.
De oudste sporen van het kasteel dateren uit het begin van de 15de eeuw. Het is bijna zeker dat er daarvoor ook al een kasteel stond. In de 12de eeuw zouden de toenmalige Heren van Grimbergen op deze plek een nieuwe burcht hebben gebouwd, nadat ze een ferme pandoering hadden gekregen van die van Leuven. Hun oorspronkelijke houten motte werd in brand gestoken en de gronden in beslag genomen. Archeologische vondsten van die ‘nieuwe burcht’ zijn echter nooit teruggevonden.
Eind zeventiende eeuw onderging het kasteel een cosmetische ingreep. De toenmalige lokale potentaat stond op een goed blaadje bij de Spanjaarden, kreeg zo de titel van prins en mocht het in oorsprong militaire kasteel uitbouwen tot een heus prinselijk lusthof. Tot aan de Franse revolutie kon de familie de Mérode haar adellijke uitspattingen er botvieren. Daarna werd de familie min of meer gedwongen haar boeltje te pakken richting Duitsland. Het was dat of de guillotine.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog gebruikten de Duitsers het kasteel als wapendepot voor de Luftwaffe. Om de oprukkende geallieerden niet te voorzien van extra munitie, bliezen ze het boeltje in 1944 op. Het verklaart de huidige staat van het gebouw.
Het Grimbergse Museum voor Oude Technieken (het MOT) wil er een “kasteel in opbouw” van maken door het als een middeleeuwse bouwwerf in te richten. Naast de pedagogische activiteiten die ze nu al aanbieden, wil het museum zich ook toespitsen op de geschiedenis van de bouwkunde. Maar daar zijn nog enkele restauratiewerken voor nodig. Het dossier is hangende.
In de reeks Verborgen sporen langs de Brusselse Ring gaat fotograaf Gaetan Carlier op zoek naar bijzondere plekken langs de belangrijkste verkeersader van en naar de hoofdstad. Meer info over het Prinsenkasteel vind je bij Onroerend Erfgoed Vlaanderen en Provincie Vlaams-Brabant.