Categorieën
Brussel Actua

Wat bezielt die Brusselse jongeren toch?

Een grote groep Brusselse jongeren, voornamelijk met migratieachtergrond, worden niet bereikt via klassieke media en lappen de coronamaatregelen aan hun laars. Dat is kort samengevat de boodschap die op 21 oktober in ‘De Afspraak’ weerklonk. De verontwaardiging in de studio was voelbaar. Hoe kan het toch dat die jongeren deze situatie niet serieus nemen? Hoe onverantwoordelijk om zich wantrouwig op te stellen en niet mee te werken aan dit gezamenlijk doel!

De verontwaardiging deed me een beetje denken aan iemand die vol ongeloof vaststelt dat het binnen regent in het huis dat hij of zij al jaren verwaarloost.

Want uiteraard kunnen WIJ ons niet voorstellen dat de urgentie van de situatie niet doordringt tot die groep jongeren. Wie op een of andere manier met hen in grootsteden in contact komt, van leerkracht, jeugdopbouwwerker tot politieagent, zal ik niet moeten overtuigen van een andere, veel pijnlijkere ‘waarheid’. Deze jongeren hebben een fundamenteel wantrouwen tegenover de maatschappij en zijn instituties. Van VDAB (of Actiris), school, openbare omroep tot politie. Vraag aan deze jongeren naar hun ‘rating’ van deze diensten en je mag er van op aan dat er meer dan één mediacampagne of Instagram-account nodig is om hier iets aan te veranderen. Het probleem wortelt veel dieper.

Want zeg nu zelf, als je dit leest is de kans groot dat school een plaats is waar je een diploma hebt gehaald? Wel, voor hen is dat een plaats waar je geschorst wordt. Voor jou is politie er om je te beschermen, voor hen is het iemand die je te pas en te onpas fouilleert of je identiteitskaart opvraagt. Voor jou helpt VDAB je om je droomjob te vinden, voor hen zijn het jobaanbiedingen waar je toch niet voor in aanmerking komt.  En ga zo maar door.

Uiteraard gaat dit niet voor allen op, toch is de vaststelling dat voor jongeren in sommige Brusselse straten geen enkel bewijs van het tegendeel voorhanden is. In dat klimaat van wantrouwen gaan fake news en complottheorieën binnen als zoete broodjes. Om dat te zien hoef je geen panel van experts in te huren.

Doordat we zo’n fundamenteel andere kijk hebben op welke kansen de samenleving ons biedt zitten we nu met velen hoofdschuddend te kijken naar die Brusselse ‘probleemjongeren’. Onze samenleving spoort op twee snelheden, met een steeds groter wordende groep die al veel te lang achterop hinkt en zijn achterstand als onoverbrugbaar ziet. Het is simpelweg het gevolg van een structurele verwaarlozing van een ganse generatie.

Maar genoeg vaststellingen en pessimistische boodschappen. Jongeren zijn fundamenteel veerkrachtig, want hun leven ligt voor en niet achter hen. Ze willen, net als u en ik, dromen, plannen maken voor hun toekomst en beter doen dan hun ouders. En deze crisis heeft één voordeel: het wrakhout van onze maatschappij is komen bovendrijven en we weten allemaal dat er iets móet veranderen. We zien de juiste intenties ook bij beleidsmakers, bijvoorbeeld door in te zetten op influencers om deze werelden weer dichter bij elkaar te brengen. Maar zo gaan we er niet geraken. Het onderliggende probleem zit bij het fundamenteel wantrouwen in elkaar. Het momentum is daar om het structureel over een andere boeg te gooien.

Scholen moeten omgevingen worden die je nooit laten vallen en die sociale gelijkheid in de hand werken. Politiemensen moet de wijken opnieuw leren kennen en weten wat er speelt. Want als alleen interventieploegen actief zijn in een wijk dan heeft de politie daar maar één gezicht waar vooral naar gespuwd zal worden. Het lijstje is eindeloos. Al die diensten en instellingen moeten een herkenbaar gezicht krijgen en de hand uitsteken. Straathoekwerkers en jeugd(opbouw)werkers weten het al jaren. Van achter een bureau is nog geen enkele band met een jongere ontstaan, laat staan via digitaal contact. Geef deze mensen dus de ruimte om alle jongeren te bereiken en gebruik hun expertise ook op andere terreinen.

En de jongeren zelf, hoor ik je denken? Wel, die dragen natuurlijk ook een verantwoordelijkheid. Een die ze willen opnemen zoals we dat zelf ook wilden toen we jong waren. Maar ze nemen die enkel als er ook in hen geloofd wordt. Als we hen zeggen dat we dit verhaal samen schrijven en zeggen dat er wél een toekomst is voor hen. We zouden kunnen beginnen met een blijk van bewondering voor alle jongeren die de maatregelen wél respecteren en dat doen in keiharde omstandigheden. Dat werkt beter dan een beschuldigende vinger vanuit een ruime woonkamer met haardvuur.

En tot slot. Laten we voorbij het gevoel van verontwaardiging gaan over wat we nu zien. Laten we deze jongeren een hand reiken en het huis herstellen. Want we wonen onder hetzelfde dak.

Jan Langeraert schreef dit opiniestuk. Hij is medewerker bij Groep INTRO en jeugdwerkadviseur in de Vlaamse Jeugdraad.

Share