Categorieën
Kunst

Hyperrealisme, de vlag dekt meer dan de lading

Hyperrealisme ontstond in de Verenigde Staten in de jaren zestig als reactie op de avant-gardistische stromingen die toen welig tierden. Gedurende een periode van tien  jaar (1965-1975) boden ze met klinische precisie weerwerk aan minder concrete kunstvormen als Abstract Expressionisme, Land Art en Arte Povera. Hyperrealisten wilden terugkeren naar het realisme in de overtreffende trap. De expo Hyperrealism Sculpture, ceci n’est pas un corps brengt meer dan 40 hyperrealistische sculpturen samen in het Brusselse Tour & Taxis. TheArtCouch brengt je een (hyper)realistisch verslag van deze tentoonstelling.

Zharko Basheski, Ordinary-Man 2009-10_Installationview_MARCO-Monterrey

Kunststromingen die ontstaan als reactie op een andere zijn vaak het interessantst wanneer je ze binnen deze omgeving in confrontatie laat gaan. Dit is echter niet het geval bij de expo Hyperrealism Sculpture, ceci n’est pas un corps. De werken worden zonder uitzondering gepresenteerd als hyperrealistische sculpturen. Een uitgebreide (digitale) bezoekersgids zorgt ervoor dat elk werk meer dan voldoende duiding krijgt, terwijl de curatoren van de tentoonstelling zorgden voor een interessante onderverdeling in zes verschillende categorieën. Usual suspects als Duane Hanson, Ron Mueck en George Segal wisselen af met minder bekende namen als Valter Adama, Kazu Hiro en Evan Penny. Zelfs popartkunstenaars Allen Jones en Mel Ramos worden voor het gemak ook even opgevoerd als hyperrealisten.

Menselijke replica’s, monochromes, lichaamsdelen, spelen met afmetingen, vervormde werkelijkheden en opschuivende grenzen vormen de zes verschillende onderdelen van de tentoonstelling die over evenveel zalen verspreid zijn.

De tentoonstelling opent met werk van John De Andrea en Duane Hanson. De naakte lichamen van De Andrea vormen een schril contrast met de alledaagse figuren uit het oeuvre van Hanson. Bij deze laatste ditmaal geen ruitenwasser of een shoppende vrouw, maar een Cowboy with Hay en Two Workers (1993). Voor deze laatste sculptuur koos Hansen twee werkmannen uit de werkplaats van zijn opdrachtgever, de Stiftung Haus der Geschichte der Bundesrepublik Deutschland. De bezoekersgids verduidelijkt dat de twee mannen, Walter Schmitz en Juan Carevic, in 1993 naar de Verenigde Staten kwamen. De typische scène uit de arbeidersklasse werd door Hanson in brons vereeuwigd, een materiaal dat je niet verwacht bij dergelijk alledaags onderwerp. In deze zaal treffen we ook Pat & Veerle (1974) aan van een van de Europese pioniers van het hyperrealisme: de Belg Jacques Verduyn, die de bijnaam de ‘Belgische Duane Hanson’ meekreeg.

Jacques Verduyn, Pat en Veerle (c) Gwendolina Willems

In de tweede zaal maakt kleur plaats voor monochromie waar George Segal zijn plaats opeist. De afwezigheid van kleur zorgt ervoor dat de esthetische kwaliteiten van het menselijk lichaam nog sterker tot uiting komen. Of Tronçonné (2019) van de Franse kunstenaar Fabien Mérelle werkelijk tot hyperrealisme mag gerekend worden, is een vraag die zich voor de eerste keer opdringt. Het realistische bovenlichaam van Mérelles liggende figuur vloeit naadloos over in een boomstam, leven en dood leunen dicht bij elkaar aan in dit werk. Realisme wisselt af met surrealisme.

De deconstructie van het menselijke lichaam neemt een volgende horde in de derde zaal waar de focus ligt op lichaamsdelen. Maurizio Cattelan trekt hier de gebruikelijke controversiële aandacht met zijn werk Ave Maria (2007). De woorden waarmee de aartsengel Gabriël de annunciatie bracht worden bij Cattelan verwerkt tot een nazigroet. Drie armen als jachttrofee aan de muur laten de woorden plots heel anders klinken. De Japanner Kazu Hiro brengt met zijn werk Andy Warhol (2013) een siliconenode aan zijn idool. De innerlijke emoties van Warhols gelaat staan in schril contrast met de haast vloeibare sokkel waarop het beeld leunt.

Maurizio Cattelan, Ave Maria (c) Yves Joris

In ‘Spelen met afmetingen’ mag het werk van de Australiër Ron Mueck niet ontbreken. Door te spelen met de schaalgrootte van zijn onderwerp wil hij de bezoekers wijzen op de existentiële thema’s van leven en dood. Familiebanden als thema vormen bij Valter Adam Casotto de aanleiding voor zijn zijn werk Stringiamoci a coorte (2017). De uitvergrote hand van zijn grootmoeder verwijst naar het kritische onderzoek waar de kunstenaar zijn eigen land aan onderwerpt, maar vertelt daarnaast ook het verhaal van vrouwelijke arbeiders en vakmanschap, traditie en religie. Het werk dankt zijn titel aan het refrein van het Italiaanse volkslied en lijkt daardoor voor de staat van het land te staan. En last but not least symboliseert het werk de warmte, liefde en diepe verbondenheid van iemand die je dierbaar is in de vorm van een hand die het verhaal van een heel leven vertelt. (uittreksel uit bezoekersgids)

Valter Adam Casotto, Stringiamoci a coorte (c) Gwendolina Willems

In de volgende zalen treden Allen Jones, Mel Ramos en Berlinde de Bruyckere in dialoog met Evan Penny, Tony Matelli en Patricia Piccinini. Of we deze werken nog echt tot het hyperrealisme mogen rekenen, is opnieuw de vraag. De organisatoren brengen deze kunstenaars samen onder de noemer ‘vervormde werkelijkheden’. Een kritische geest zou durven beweren dat de woorden ‘vervormd’ en hyperrealistisch’ niet echt synoniemen van elkaar zijn.

Mel Ramos, Chiquita Banana (c) Yves Joris

Hyperrealism Sculpture, ceci n’est pas un corps is een tentoonstelling waarvan de naam niet helemaal de lading dekt. Ze toont de bezoeker meer dan hyperrealisme. Waarom de organisatoren voor deze naam kozen, is ons daarom niet helemaal duidelijk. De grote namen van het hyperrealisme zijn zeker aanwezig, maar lopen een beetje verloren zonder het weerwerk dat ze boden in de tijdsgeest waarin ze gemaakt werden. Anderzijds beseften de curatoren ook wel dat een tentoonstelling van hyperrealistische figuren niet voldoende krachtig is om visueel te blijven bekoren. Daardoor namen ze een loopje met de kunstcanon en dichtten bepaalde kunstwerken een hyperreële status toe. Maar … de combinatie van de twee zorgt gelukkig wel voor een tentoonstelling die sterk genoeg is om naar Brussel af te zakken. 


De tentoonstelling loopt nog tot 7 november. Meer info vind je op de site van de expo.

Yves Joris en Gwendolina Willems schreven deze recensie voor de kunstsite TheArtCouch. Ze schrijven respectievelijk ook voor Lettergoesting en Art Explorer.

Share