Categorieën
Wandelen

Waarom de Groene Wandeling de moeite loont

Tijdens de eerste coronagolf sloegen stedelingen massaal aan het wandelen en fietsen. De Groene Wandeling, een wandel- en fietstraject van 65 km rond het Brussels Gewest, was plotseling trending. Als voorbereiding op een stevige rugzaktrekking in de Franse Alpen én om mijn nieuwe wandelschoenen in te lopen, trok ik in juli drie dagen uit om de volledige lus te doen in wijzerzin. Een aanrader, en wel om zes redenen.

1. De ontdekking van de groene stad

Wist je dat 14% van de oppervlakte van het Brussels Gewest Natura 2000-gebied is? Natura 2000 is een Europees netwerk van natuurlijke en halfnatuurlijke gebieden, die belangrijk zijn als biotoop voor verschillende dier- en plantensoorten, zoals vleermuizen, watervogels, kikkers, ree, zwammen, vlier en dotterbloem. Het Zoniënwoud in de zuidoostelijke gemeenten Oudergem, Watermaal-Bosvoorde en Ukkel is alom bekend, maar je hebt evengoed in het noordwesten het Laarbeekbos en het moeras van Jette-Ganshoren.

Als je in Brussel woont, ken je vaak het park in je buurt, een geliefde plek om te lopen, lezen, luieren of je te laven aan spijs en drank, maar was je al in het Maloupark in Sint-Lambrechts-Woluwe, het Pedepark in Anderlecht, het Scheutbos in Molenbeek of de Koloniale Tuin in Laken? Tijdens de Groene Wandeling loop je erdoor en kun je proeven van de diversiteit van groene ruimten. Alleen aan het Koninklijk Park stap je langs gesloten poorten en hekken.

Pedepark Anderlecht (c) Tom Van Bogaert

2. Afwisseling troef

De Groene Wandeling is niet altijd zo groen. In Schaarbeek ga je via het shoppingcentrum Docks Bruxsel  – een ruimteschip dat in de stad geland is – langs het spoor naar het prachtige Trainworld-museum. In Laken vergaap je je aan de Japanse Toren en het Chinees Paviljoen, die helaas al lang wachten op renovatie. In Anderlecht bots je op het Kanaal en het standbeeld van Jean-Claude Van Damme voor Westland Shopping. In Evere kom je voorbij het gemeentehuis en een curieus beeld van een mosselwafelijzer als ode aan de Brusselse gastronomie. Vorst toont rondom de Audi-fabriek zijn industriële kant en graffiti tiert welig aan het station Vorst-Zuid. Neerpede is dan weer net heel landelijk, met zowaar koeien in de wei en maïsvelden.

Vorst Zuid (c) Tom Van Bogaert

3. Brussel anders bekeken

Nee, de Groene Wandeling leidt je niet langs alle 19 Brusselse gemeenten. Maar het toont toch een mooie doorsnede van de stad, in de vier windrichtingen, van arm tot rijk, van industrieel tot landelijk. Ik kwam in gemeenten zoals Sint-Lambrechts-Woluwe, Sint-Agatha-Berchem en Ganshoren, waar ik zelden moet zijn, en leerde volop nieuwe plaatsen kennen. Plotseling was ik in Jette bij een hopteler en een bloemenplukweide. Ik liet me verrassen door de vele volkstuintjes, waar Brusselaars hun eigen groenten telen. Ik verkende in Evere de grootste begraafplaats van het gewest.

Begraafplaats van Evere (c) Tom Van Bogaert

4. Flirten met de grenzen van het gewest

In Brussel overschrijd je voor je het weet de grenzen van een gemeente, bijvoorbeeld rond de stations Noord en Zuid. De Groene Wandeling verlaat soms het gewest, met voorzichtige uitstapjes in Dilbeek (naast Anderlecht) en Drogenbos (naast Vorst). Het verschil is nauwelijks te merken. De Rand ligt in het verlengde van de stad. Dat is ook zo in de faciliteitengemeente Sint-Genesius-Rode, naast Ukkel, een puissant rijke buurt, waarin je geen inkijk krijgt in met camera’s beveiligde villadomeinen. De ambassadeur van Maleisië heeft een ruim optrekje in de Schilderachtige Dreef, vlak bij de Lijsterbessebomenlaan (ja, Brussel heeft mooie straatnamen!)

Villa Sint-Genesius-Rode (c) Tom Van Bogaert

5. Een voorproefje

De Groene Wandeling is een uitnodiging om verder op ontdekking te gaan en terug te keren naar bepaalde plaatsen. Het Scheutbos in Molenbeek en het Tournay-Solvaypark in Watermaal-Bosvoorde verdienen bijvoorbeeld een langer bezoek. De Luizenmolen in Anderlecht heb ik enkel op grote afstand gezien. In de zomer is het prettig om te vertoeven in een guinguette of parkbar zoals Chez André in het park van Laken en Chez Fabiola in het Koning Boudewijnpark in Jette. En waarom niet kiezen voor een andere wandelroute zoals de grote routepaden / grandes randonnées? De GR 12 (Amsterdam-Parijs), 126 (Membre-sur-Semois – Brussegem) en 579 (Brussel-Hoei) slingeren door de hoofdstad.

Chez André in Laken (c) Tom Van Bogaert

6. Snel en gemakkelijk op weg

De wandel- en fietsroute is vrij goed aangeduid met bordjes. De website van Leefmilieu Brussel bevat veel praktische informatie. Het is uitermate handig om op de site vooraf een GPX-kaart te downloaden en te visualiseren op de smartphone via een app zoals GPX Viewer, zodat je onderweg gemakkelijk kunt volgen waar je bent. Ook wie zich slechter kan oriënteren en verstrooid bordjes voorbijloopt (that’s me!), blijft zo op koers.

Brussel Leefmilieu deelt de wandeling op in zeven wandeltrajecten, die in lengte variëren van 5 tot 12 km. Je beslist zelf waar je start, in welke richting je gaat en hoeveel kilometer je wil afleggen. Veel plekken zijn goed bereikbaar met het openbaar vervoer. Hier en daar zijn er drinkfonteintjes en openbare wc’s of horecazaken, waar je de inwendige mens kunt versterken. Gezien de stedelijke context zijn er veel verharde wegen. Het aantal hoogtemeters blijft zeer beperkt. Ik wandelde in volle zomer, maar alle seizoenen hebben hun charme.

Tuintje Ukkel (c) Tom Van Bogaert
Share

Door Tom Van Bogaert

Nieuwe Brusselaar met een passie voor taal, cultuur en journalistiek. Geboren in Sint-Niklaas. Studeerde Germaanse talen in Gent en woonde na zijn studie zes jaar in Berlijn. Houdt zich bezig met beleid en communicatie binnen de Vlaamse overheid en is journalist in bijberoep.