De ondergaande zon rekt de schaduwen van terrasgasten op het Brusselse Kasteleinsplein uit tot groteske imitaties van Giacometti. Terwijl wagens zich vermoeid op gang trekken in de late avondspits, baadt het plein in een rust die alleen maar mogelijk is omdat er wegenwerken aan de gang zijn. Hoe zouden de fotografen die momenteel tentoonstellen in Hangar Photo Art Center omgaan met een dergelijke setting, vraag ik me af?
In juni gaat Hangar op zoek naar de uitdagingen van de hedendaagse wereld. Acht kunstenaars, drie hoofdstukken: Echoes of Tomorrow, Melting Islands en Replica Falsifica. Alleen Paul D’Haese heeft de eer of de opdracht om op zijn eentje de deelexpo Replica Falsifica op zich te nemen.
De tentoonstelling is het meest recente project van Paul D’Haese (BE, 1958). Het werk kreeg de vorm mee van een kunstenaarsboek in leporellovorm en is een verzameling archetypische beelden die de kunstenaar deels zelf maakte en deels van het internet oogstte in webshops om er vervolgens beelden van te maken in zijn studio. Het geheel vormt een wandeling langs bijzondere landschappen die balanceren op de rand van cultureel verleden en collectief geheugen. We zien immers verlaten gebouwen, delen van Grieks-Romeinse tempels, menhirs, de restanten van wat wellicht ooit een kerk was. Soms worden de beelden afgezonderd van hun achtergrond. Op andere momenten delen ze het beeld met een universele setting. De beelden van D’Haese laten je op geen enkel moment toe om je te oriënteren. Alles blijft even neutraal als het betonachtig karton waarop ze geprint werden.
Een oxymoron van een titel
Replica Falsifica, de titel van de tentoonstelling, zou volgens Paul een neologisme zijn, maar bezoekers wezen hem erop dat het wellicht Roemeense achtergronden zou kunnen hebben. Maar belangrijker dan de etymologie is de oppositie van de twee termen, een mogelijk oxymoron volgens Jean-Marc Bodson, die het openingswoord van de leporello schreef. Als een replica beschouwd wordt als een exacte weergave van het origineel, wat moet een valse replica dan voorstellen? Als we de redenering doortrekken, eindigen we misschien wel met de conclusie dat we dan over het origineel spreken. Woorden, net als beelden, staan open voor meerdere interpretaties.
Brengen de woorden van Eric Min enige opheldering bij de beelden? Een van de teksten van zijn hand vermeldt droogjes ‘the false answer’. Het doet me denken aan Het boek met alle antwoorden dat enkele jaren geleden meer dan eens onder de kerstboom beland zal zijn. Net zoals bij het boek toen, kan je een beeld bekijken en dan vervolgens de leporello openslaan om een antwoord te lezen. Volgens D’Haese is er geen verband tussen het beeld aan de voorkant en de woorden op de achterkant. Net zoals Julio Cortazars boek Rayuela kan je de teksten in willekeurige volgorde lezen en steeds opnieuw tot een ander verhaal komen. Net zoals elke bezoeker bij de beelden van Replica Falsifica wellicht haar of zijn eigen verhaal creëert. ‘Can the mise en abîme be a strategy? Think of the box of Camembert showing an illustration of a smaller version of the same box, of a story that is part of a larger overall narrative. The microcosm always acts as the reduced model of the macrocosm: an echo, a duplicate.’ Geef toe dat dergelijke teksten aanzetten om even stil te staan en tijd te nemen.
De vlinder telt geen maanden doch momenten. En heeft tijd genoeg. (Rabindranath Tagore)
Als we dan toch met taal bezig zijn, dan denk ik dat bovenstaande quote van de Indische dichter Tagore een mooie synthese vormt van het nieuwe werk van D’Haese. Het idee overviel me door de plaatsing van het kunstenaarsboek in de verlichte ruimte van Hangar. Het overvloedige zonlicht viel door de dakkoepel op het boek en tekende geometrische schaduwpatronen op de vloer. Alsof de natuur nog een eigen dimensie wou toevoegen aan het geheel. Afhankelijk van de opstelling van het boek openen of sluiten de aanwezige woorden en beelden. Hoe langer het boek, hoe toegankelijker de beelden en de teksten. Wanneer we het boek zouden verkorten, worden woord en beeld moeilijker te bereiken. Het zou een perfecte paradox van de tijd kunnen zijn. De lengte van het tentoongestelde boek zou dan omgekeerd evenredig worden met de tijd die bezoekers nodig hebben om alle beelden tot zich te nemen. Een minder open boek dwingt tot traagheid en bij momenten zelfs stilstand om alles te bekijken.
Space Invaders op de wand
In tegenstelling tot de andere wanden in de tentoonstellingsruimte zijn de muren bij Replica Falsifica haast maagdelijk leeg. Slechts enkele tekens sieren de wanden. Tekens die het midden houden tussen een ruimteschip uit Space Invaders en een taal die ontwikkeld zou kunnen zijn na een fusie van ChatGPT en DALL-E. Het blijkt een ontwerpspielerei (als we dan toch bezig zijn met neologismen) van vormgever David Boon die uit alle teksten van Eric Min minuscule vierkantjes weghaalde bij sommige letters om er vervolgens de futuristische tekens mee te maken.
Met deze tentoonstelling bewijst kunstenaar-fotograaf Paul D’Haese opnieuw dat hij zijn plaats verdient in de kunstwereld. Zijn werk is veel meer dan wat je op het eerste zicht denkt te zien. Tijd is de sleutel tot zijn werk, een sleutel die we allemaal hebben, maar niet altijd gebruiken.
De tentoonstelling Replica Falsifica van Paul D’Haese is nog tot 8 juli te bezoeken in Hangar Photo Art Center, Kasteleinstraat 18, Brussel
Info:
http://www.pauldhaese.be/
https://www.hangar.art/replica-falsifica
Yves Joris schreef deze recensie voor zijn blog Kunstflaneur.be.