Wie zoekt naar moeilijke woorden vindt zijn gading altijd wel in de kunstgeschiedenis. Maar verder dan deze dure titel gaat het niet.
Dit verhaal start goedkoop met een wandeling door een klein stadsadertje dat via de achterkant van de Brusselse Beurs naar de Grote Markt loopt: de Boterstraat. Plotseling verscheen een vederlicht en puntig spektakel in mijn blikveld. Een overvloedige serie van pinakels, bronzen mannetjes, torentjes en versteende wimpels ontpopten zich als een skyline tussen hemel en huis: de Brabantse hooggotiek.
Duizelig van dit beeld wilde ik dit alles beleven, voelen, ruiken en zoveel meer. Ik wilde verwonderd stappen in Huizinga’s ‘Herfsttij der middeleeuwen’. Ik was er helemaal klaar voor. Elke stap die ik verder deed, hoopte ik dichter bij dat verleden te komen.
Doch, de teletijdsmachine werkte niet echt mee. Nog niet halfweg was ik reeds bedwelmd door de zoete dampen van “Belgian waffles” en de geur van goedkope chocoladefonteinen. En overal dat bier dat moest gedronken worden al of niet in het bijzijn van roze olifanten. Ook die befaamde kleine plasser was niet uit mijn ooghoek te verdrijven. Ik had er allemaal geen behoefte aan.
Mijn historische verbeelding lag aan diggelen en ik vluchtte weg richting Jubelpark. De gotische zalen van het Museum voor Kunst en Geschiedenis waren mijn nieuwe bestemming. Daar lukte het wel. Deze zalen zijn gezegend met een sacrale stilte. Op een enkele ouderling na waren de objecten er de baas. Tapijten, vrome beelden en een Master Collection aan retabels te midden van een suggestief neogotisch decor. Vooral de retabels hadden een magische kracht; ze zogen me in een godsvruchtige en polychrome kermis van figuren en taferelen. Het zijn zonder twijfel de stripverhalen van weleer. Wie de figuurtjes begint te lezen, verdwijnt in het verhaal.
En wat voor verhalen. Gedetailleerde horror en gruwel zijn dagelijkse kost in retabelland. De folteringen van de heiligen zijn het Russische Wagner-leger waardig. Maar in dit moeras van menselijk leed is er altijd weer de verlossing door de Zoon; een ‘happy ending’ onder een hemels gotisch baldakijn. En juist daar tussen al deze vroomheid, waar ik het echt niet verwachtte, lag de menselijke ijdelheid weer te glimlachen. Een zeer rijk koppel, dat een meesterlijk retabel had besteld, had zichzelf te midden van het passieverhaal een plaats gegeven. Prominent vooraan opgenomen in het retabel, naast Maria en consorten, leken ze zelf wel evangelische figuren geworden. Even tussenkomen op het scharniermoment van de geschiedenis, moeten ze gedacht hebben.
Wafelkramen en chocoladefonteinen zag ik niet meteen, maar ik twijfelde of ik ze plots toch niet rook…
Serge Rooman is filosoof en directeur van de gevangenis van Merksplas.