Categorieën
Faits divers

Just another day in Bxl, 18 juli 13:53

Het meisje aan de J. Brelsquare heet Guillotine. Kan je je zoontje net zo goed Caligula of Alva heten. Why not? Of Pol Pot. Moet kunnen.

Vandaag wordt enkel veel zon voorspeld, een man draagt een heel zware regenjas, misschien is het zijn enige bezit. Ik laat hem. Een vrouw met zilveren oorringen gaat de supermarkt binnen, iets in haar hoofd ontstemd. We zullen het nooit weten.

Een dikke moeder passeert met drie dikke kindjes. Guillotine stapt achter haar papa en loopt als hij begint te lopen. Wat moet ze anders? Een hond vraagt aandacht, ver weg. Eén nanoseconde nadat het verkeerslicht groen kleurt, claxonneert een woedende chauffeur naar de auto vóor hem. Die wacht terecht en vertrekt loom.

Een meisje met een te zware jeans en te licht onderhemd likt een ijsje. Er passeert een te jonge vrouw met wandelstok. In de blote vitrine van de koffieshop aan de Dansaert doen vier mensen alsof ze het heel druk hebben. De jongen met een donkere geboortevlek op zijn linkerwang maakt een tattoo overbodig.

Drie jongens lopen te snel om goed te zijn. In de Ooievaarsstraat streelt een jongen overvloedig het gelaat van zijn liefje met hoofddoek en djellaba. Meer wordt voorlopig niet bloot gegeven.

Een vrouw stapt als een fiets met een slag in het wiel. De man aan de Vismarkt rijdt met één kind te veel in zijn bakfiets. Een camion verspert de Brandhoutkaai. Uit verveling claxonneert de rode Peugeot een melodietje. Mij onbekend maar het is hoffelijker dan het eindeloze getoeter.

Bij Le Ket : “La direction se réserve le droit d’entrée”. Vlak daaronder een affiche van Théatre de la Poche met de smoel van een chimpansee. Wat verder loopt een man met een Japanse kalligrafie op zijn kruin getatoeëerd, alsof een getekende lok de kaalheid maskeert, wel integendeel.

De dienster aan de Vismet wandelt over het terras als een beginnende mannequin. Wellicht in bijberoep. Een roekeloze Renault rijdt me haast voorbij op wat ik dacht het trottoir en hij de straat te zijn.

De jongeman vóór mij draagt één witte en één zwarte kous. Ik zou dit aanmoedigen, kleur in de straat. Maar de blonde vrouw is te zwaar geschminkt voor de tijd van het jaar. Iemand is kwaad op zijn krant.

Een verlegen jongen wacht op de tram. Ik ga naast hem staan, ik hou van verlegen mensen als ze authentiek zijn. Het jongetje in de grijsgroene buggy is bijna toe aan zijn eerste sigaret maar lurkt nog steeds aan de fopspeen.

Een lijvige jongeman loopt met zijn mobieltje en kijkt dan lang achterom. Dan zegt hij, “ik denk dat je vóór mij loopt.” Ja, zo blijven we bezig. “Kom niet bij ons als we aan het praten zijn,” zegt een mama tegen haar zoontje die het vermaak met zijn fietsje wil delen met zijn mama en haar nieuwe vriend. Niet dus.

Aan de Grensstraat komen een man en een vrouw mijn richting uit, maar keren zich plots weer om. Ze discussiëren luid. Dan keren ze opnieuw en nog een keer. En dan weer in mijn richting. Vraag me niet waarom, ik weet ook niet alles.

https://kommaarlangsachter.blogspot.com/

Share