Categorieën
Architectuur Brussel Actua Kunst

Niet wegwissen maar affirmeren

Ja, onze huidige wereld is minder patriarchaal aan het worden, en ja, de beeldengroep La Maturité van de vermaarde beeldhouwer Victor Rousseau stamt uit een meer patriarchale tijd. De beeldengroep, die boven- en benedenstad verbindt tussen het Warandepark en het Centraal Station, in het verlengde van de gekromde Ravensteinstraat, dateert dan ook van 1913, toen nog de Belle Epoque. Hij werd echter pas na de oorlog uitgevoerd, in 1922. Bij zijn plaatsing was hij dus al overtijd, of overrijp, om dicht bij de beeldspraak te blijven van de naam van het monument.

Toch staat hij symbool voor het jonge welvarende België, in al zijn sculpturale schoonheid eigen aan die tijd. De redenen die het Brussels Gewest vandaag opgeeft om het monument weg te doen, zitten fout, en niet enkel omdat ze het advies van de Koninklijke Commissie Monumenten en Landschappen (klassering) straal negeren.

La maturité, De Rijpheid

De Stad Brussel is sinds enkele jaren bezig om de scharnierpunten tussen laag- en hoogstad te herdenken, en deze plek is er daar één van. ‘De Rijpheid’ past niet in de geplande heraanleg door landschapsarchitect Bas Smets (een reden die niet officieel vermeld wordt). En het Gewest wil de ruimte inclusiever maken, maar ze trekt zo de geschiedenis aan de oren, als ze ze al niet uitwist. Wil je dat?

Door de marmeren beelden weg te doen, verbeurt ze een trots en zichtbaar element van onze gemeenschappelijke Belgische en Europees-westerse identiteit. En lijkt ze zich ook te wreken op de liberale maatschappij die toen de stad maakte. De perfide, halfbakken argumenten maken kwaad: “Er zijn al of nog genoeg beelden van Victor Rousseau over”.

Alle redenen zijn vandaag goed voor Brussel om oude sculpturen te verwijderen of te verwaarlozen. De koloniale kwestie – al dan niet correct geïnterpreteerd – en het patriarchaat, of nog de onderdrukking van een ideologie of een vermeend teken van wreedaardigheid, en als die elementen niet apert aanwezig lijken te zijn, dan gewoon het feit dat ze oud en ouderwets gevonden worden. Wanneer voor verwijdering geen gewicht gevonden wordt, kan je ook “gewoon” een oogje dichtdoen bij de voortschrijdende verloedering.

Er zijn uitzonderingen. Belliard, koningin Elisabeth of Brialmont staan té opzichtig opgesteld om ze lang te kunnen laten verwaarlozen. Dat zouden toeristen niet appreciëren. Gelukkig passeren die zelden aan de besmeurde sokkel van Victor Horta op de Louizalaan (‘La mort d’Ompdrailles door Charles Van Der Stappen), zelfs niet tijdens een art-nouveaujaar.

La mort d’Ompdrailles, Charles Van Der Stappen, Victor Horta

Dat de neerzittende man van ‘De Rijpheid’ een baard heeft die aan die van Leopold II kan doen denken (maar niet bij nader inzien), kan al genoeg zijn om de interne toorn te doen ontvlammen van sommige volksvertegenwoordigers op heksenjacht.

Belgen zijn jammer genoeg masochistisch. Te weinig trots op hun erfenis. Hoe het jonge België opstond, zich een identiteit bijeensprokkelde die zeker geromantiseerd was maar ook gewettigd, gezien de snel groeiende welvaart, de liberale grondwet, de vele vrijheden die van heinde en verre vluchtelingen naar haar relatief rustige haven aantrokken, de overwinningen van de sociale strijd.

Belgen vergeten wellicht, of zien niet, dat invasieve culturen dat vacuüm (pleinen die leeg komen te staan doordat beelden eruit zijn weggenomen) kunnen opvullen met waarden die met de onze botsen, zoals het terugschroeven van vrouwenrechten. Onze sterkte, zelfrelativering, het in vraag stellen van onszelf, wordt onze zwakte wanneer we onze gemeenschappelijke westerse sokkel van waarden en vrijheden ondergraven en weggeven.

En zo wordt geschiedenis hier bekeken door de gekleurde bril van het heden. Opgejaagd door telkens nieuwe minderheden waarvoor men inclusief wil zijn, sluit men zichzelf ten leste uit. De bejaarde, behaarde man moet weg. Bolhoeden passen enkel nog op Magritte-kopjes. Dat discriminatie van nu daarmee niet opgelost wordt, lijkt voor de “déboulonneurs” niet te tellen.

De sokkels van de oude beeldengroepen van het jonge België zijn voor mij sokkels van mijn westerse beschaving. Tegenover het wegwissen stel ik het affirmeren.

Waarom moeten de wortels van de welstand en de bescherming weg waarvan tientallen nationaliteiten en talloze minderheden hier vandaag genieten? Waar is onze trots daarover? Is het te vanzelfsprekend? Laten we de wet van de zwakste gelden, die over onrecht zal blijven klagen?

Emile Storms

Emile Storms (de Meeüssquare) ging zeer jong in het leger, op zestien jaar. Hij werd gevormd door zijn tijdgeest, niet door de onze. Hij versloeg een stammenleider, Lusinga, en stelde diens hoofd op een paal tentoon. Daarmee was België invasief (koloniseren van territorium), gewelddadig (ja, ook wij konden oorlog voeren) en uit op gewin, ten koste van een buitenlands volk en stammen, net zoals de meeste westerse mogendheden van toen. Er gebeurde ook emanciperend onderwijs, zij het grotendeels met ontkenning van de aanwezige beschaving ten voordele van de westerse versie. De conclusie bij dit alles kan zijn: “Hoe wreed! Weghalen!”, maar ze kan ook zijn: “Wij Belgen waren geen doetjes op het internationale toneel.” Christos Doulkeridis, burgemeester van Elsene, liet de buste wegtakelen. Enkele jaren eerder had hij gezegd: “Je ne suis pas un déboulonneur.”

In Sint-Gillis wil staatssecretaris Ans Persoons een koloniaal standbeeld verwijderen, dat van generaal Tombeur, die de Duitsers versloeg bij Tabora, nog zo’n Belgisch militair feit waarvoor gepaste en gecontextualiseerde trots op zijn plaats is. Alweer moeten we drogredenen slikken. “Het monument belemmert gevaarlijk het zicht”. Een vormloze heraanleg komt in de plaats. Hoera?

Monument voor generaal Tombeur, Sint-Gillis, Parklaan

De meeste buitenlandse mogendheden zetten hun heldendaden en de meeste van hun heldenfiguren in de verf en herdenken ze, hoezeer ze ook met militair geweld verweven zijn. Niemand in Frankrijk zal de Dôme des Invalides met Napoleons graf sluiten, of Napoleon van de kolom halen op Place Vendôme omdat hij het patriarchaat vertegenwoordigde of honderdduizenden liet sterven. Napoleon trok de westerse wereld ook verder de vernieuwing in na de Franse Revolutie.

Ruiterstandbeeld van Leopold II door Thomas Vinçotte, Troonplein

Ook Leopold II’s ruiterstandbeeld aan Troon moet voor mij blijven. Ondanks het feit dat de tweede koning van België er persoonlijk voor zorgde dat een wreed koloniaal regime in stand bleef, is hij ook meer dan dat, namelijk één van de grondleggers van ons land. Hem weghalen betekent de eigen sokkel afzagen: een gevaarlijk teken van zelfrelativering.  Ik denk dat het oprichten van een nieuw beeld, op een duidelijke, belangrijke plaats, dat op positieve en krachtige wijze de Afrikaanse mens huldigt, een goed en positief signaal zou zijn.  

In Elsene en Brussel-Stad (extensie Oost) zijn veel tekens te vinden die naar de koloniale periode verwijzen, ook het beeld van Louis Samain op de Louizalaan, “Weggelopen zwarte slaven worden aangevallen door honden” (1895). Ook dat beeld moet blijven, in frappante tegenstelling tot wat de adviserende commissie in 2022 voorstelde, namelijk om het in stukken te breken, waarmee opnieuw de geschiedenis geweld zou worden aangedaan. Het beeld is en was een aanklacht tegen de slavernij maar wordt door de adviserende commissie gezien als wreedaardig.

Louis Samyn, Slaaf door honden aangevallen, Louizalaan

Nog meer bustes in de Europese wijk, zoals dat van de Theux de Meylandt, voorvechter van onze onafhankelijkheid van Nederland, staan er compleet verwaarloosd bij. De Belg geeft er niet om.

de Theux de Meylandt, de Meeüssquare
Charles Woeste, Sint-Bonifatiusplein, Elsene
Jean-Baptiste Van Helmont door Gerard Vander Linden, Nieuwe Graanmarkt

Charles Woeste, die met zijn beeldengroep een goed deel van de charme uitmaakt van het Sint-Bonifatiusplein staat er verloederd bij, bewoners of restauranthouders droppen vuilniszakken achter zijn katholieke rug.

Op de Nieuwe Graanmarkt was er geld voor een efemere bekleuring van het basketveld maar niet voor een opfrissing van het beeld van Jean Baptiste Van Helmont, voorloper van de moderne geneeskunde.

Maar genoeg voorbeelden die de sfeer bederven. Laten we klinken op een echt debat, en wie weet op een omslag.

Share