Vorig jaar schreef ik me in voor het CoNnect-buddyproject, dat nieuwkomers in contact brengt met andere Brusselaars. Ik leerde M. kennen en ging een half jaar met hem op stap. Het werd een unieke ervaring: een boeiende taal- en cultuuruitwisseling, heel veel uitstapjes en misverstanden bij de vleet.

Het begon met een oproep van Brussels staatssecretaris Ans Persoons vorige zomer: CoNnect-buddyproject zoekt enthousiaste Brusselaars. Ik las dat FMDO (Federatie voor Mondiale en Democratische Organisaties) met de steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) nieuwe en minder nieuwe Brusselaars met elkaar verbindt. Nieuwkomers die een Nederlandstalig inburgeringstraject bij het onthaalbureau Bon volgen, kunnen Brussel ontdekken, samen met iemand die de stad goed kent, en zo ook hun netwerk uitbreiden en de taal oefenen. Buddy’s kunnen een betekenisvolle rol opnemen voor een nieuwe Brusselaar en zo bijdragen tot een diverse en inclusieve stad.
Mijn interesse was gewekt. Ik schreef me in en kreeg een uitnodiging voor een infosessie en basisvorming op een avond in augustus in Schaarbeek. Ik liep er meteen een oude bekende tegen het lijf. Jochem wilde zich ook engageren. Na een snelle hap volgde een interessante toelichting. Wat me bijbleef? Een buddy is geen sociale assistent die problemen bij de integratie van een nieuwkomer oplost. Nee, een buddy onderneemt in zijn vrije tijd gedurende zes maanden leuke en zinvolle activiteiten met een nieuwe Brusselaar – die ook gewoon buddy is. FMDO houdt intakegesprekken om mensen zo goed mogelijk te matchen. Tijdens het traject volgt de organisatie ook op of het contact naar wens verloopt.
In het gesprek in september peilde Franck, een sympathieke jonge Bretoen, naar mijn verwachtingen. Hij vroeg waar ik zoal mee bezig was, professioneel en privé, en wat voor soort karakter ik had. Hij beloofde iemand voor mij te vinden, maar in tussentijd was ik al welkom bij de activiteiten die FMDO organiseert of waarvoor ze buddy’s uitnodigt.
De zoektocht naar een match had wat voeten in de aarde, maar ik ging al eens poolshoogte nemen op een ontbijt in gemeenschapscentrum De Kriekelaar, waar ik meteen in een zeer gemengd internationaal gezelschap terechtkwam, weg van de eigen Brusselse bubbel. Ik luisterde nog wat onwennig naar de verhalen aan tafel, maar kwam in gesprek met mensen die ik later nog zou zien, zoals Mohamed – Mo – en Hilde, die enthousiast vertelden over hun ervaringen. Er volgden nog uitnodigingen voor andere events, van het Feest van het Welzijn in de AB, met zowaar een aanstekelijk optreden van Belle Perez, tot een gezellige viering van het Huis van het Nederlands in de Sint-Gorikshallen. Stuk voor stuk drukbezochte activiteiten in een aangename setting, die ik zonder FMDO had gemist.
“We hebben een buddy voor je gevonden”, liet Franck me in november weten. Amadou bleek uit Senegal te komen, een zachte vriendelijke vijftiger die voornamelijk Frans spreekt. Geen bezwaar voor mij. We spraken met ons drieën af in een café op het Sint-Gillisvoorplein. Alleen daagde Amadou niet op en was hij telefonisch niet bereikbaar. Pech onderweg met de wagen, en de batterij van zijn gsm was plat, bleek de dag erna.
Nieuwe afspraak in januari dus, en die ging gelukkig wel door. Franck faciliteerde onze kennismaking met ludieke vragen, enkele praktische afspraken en een welkomstpakket. Toen hij vertrok, was het even zoeken naar gemeenschappelijke interesses. Maar we konden binnenkort misschien een match van Senegal volgen op de Afrika-cup of samen gaan ontbijten bij FMDO? Het bleef uiteindelijk bij die ene afspraak. Amadou verhuisde naar Doornik, waar hij drie jaar op een bouwwerf zou werken. Ik liet mijn engagement even rusten, want in het voorjaar was het alle hens aan dek op het werk voor de organisatie van een driedaagse Europese conferentie.
Enter M. In april had ik nog eens mijn opwachting gemaakt op een FMDO-paasiftar in De Rinck in Anderlecht. Ik was klaar voor een nieuwe buddy, zei ik. Enkele weken later kwam er al bericht dat ik een match had met een Italiaanse bijna-leeftijdsgenoot die al vijf jaar in de stad woont en zich aan het omscholen is van kok tot IT’er. Hij volgde al een cursus Nederlands en wil zijn kennis verbeteren. Ik zit zelf in mijn vierde jaar avondschool Italiaans. Het klikte meteen bij de eerste kennismaking in mei, opnieuw op de Parvis Saint-Gilles, opnieuw met matchmaker Franck erbij, en we smeedden plannen om samen dingen te ondernemen.
We maakten samen Brussel onveilig en spraken beurtelings Italiaans en Nederlands, of Frans en Engels in een internationaler gezelschap. Hij bezocht de conversatietafel Nederlands in de bibliotheek van Vorst die ik als vrijwilliger begeleid. We keken op het Jourdanplein naar een match van Italië op het EK voetbal en maakten een wandeling naar de markt van het Abattoir. We kregen vrijkaarten voor het Walden-festival – klassiek in het Leopoldpark – en deden een georganiseerde uitstap naar het Bosmuseum van Groenendaal, inclusief een activiteit rond wildplukken. Ik wist als Union-fan een kaartje voor hem te bemachtigen voor de bekermatch tegen Gent in het Mariënstadion en hij nodigde mij uit op een kerstetentje bij hem thuis met antipasti, een primo van pasta met paddenstoelen en een secundo met een stuk rundvlees. Ik bracht – noblesse oblige – een goeie fles Italiaanse rode wijn mee. Nog meer Italiaanse geneugten: we gingen samen naar het boekencafé Piola Piccola in Sint-Gillis en pizzeria La Pizza è bella bij de Beurs.
Liep alles perfect? Nee, dat ook niet. Toen we op een avond al een glas op hadden en nog een bar opzochten, kwam hij nogal ongenuanceerd uit de hoek: vrouwen zijn van lotje getikt als ze alleen in een bos liever een beer tegen het lijf lopen dan een man! De vrouw in het gezelschap, die ervaring had met toxische mannelijkheid en seksuele intimidatie, kon het maar matig appreciëren, en ik stribbelde ook tegen. Zuid-Italiaans machisme? De volgende dag excuseerde hij zich bij mij per sms voor zijn nodeloos polemische uitlatingen. Incident gesloten, maar het deed wel vragen rijzen, die zelden werden uitgesproken.
Communiceerden we open en eerlijk? Begrepen we elkaar goed genoeg, als hij Italiaans sprak en ik Nederlands? Zat de verdeling goed bij het voorstellen van activiteiten? Was ik me genoeg bewust van zijn lastige opleidingstraject richting een job in een heel ander domein? Was ik te voortvarend in mijn oordeel over hem? Bleef het een oppervlakkig en vrijblijvend contact? Kortom, de moeilijkheden van elk pril menselijk contact, met bijkomend nog taal- en cultuurverschillen.
Die verschillen kwamen ook aan bod in een opleiding die FMDO organiseerde rond toegankelijke taal. Veel Brusselaars met buitenlandse roots leren Nederlands, maar hebben in de stad weinig kans om te oefenen. Goed dus om als Nederlandstalige consequent Nederlands met hen te spreken en drempels te vermijden, zoals te snel spreken, moeilijke woorden en een symbolisch taalgebruik. In een intervisiesessie konden buddy’s hun ervaringen uitwisselen. Ik leerde dat het traject niet altijd van een leien dakje loopt, en dat het van beide partijen en de omstandigheden afhangt of het lukt. Elk verhaal is anders. Een vriendin vertelde me dat haar buddy wel erg veel met haar uiterlijk bezig was en te pas en te onpas belde, ook als ze aan het werk was, zodat ze met gemengde gevoelens terugkeek op haar ervaring.
Mijn ervaring was positiever: we waren gedurende zes maanden fijn gezelschap voor elkaar, hadden boeiende gesprekken, deden leuke activiteiten, leerden ook andere mensen kennen. Toen we bij de eindbeoordeling op vraag van Franck een titel zochten voor ons verhaal, suggereerde ik ‘de Italiaans-Belgische vriendschap’. Een wat te optimistische conclusie, want na het einde van het traject verviel de noodzaak om af te spreken, en na grondige onenigheid over deze blogpost viel het helemaal stil. Maar het buddytraject blijft een verrijkende ervaring die ik zeker kan aanbevelen. Waar wacht je nog op?
Meer info over het CoNnect-buddyproject vind je bij FMDO en de VGC. Inschrijven kan door een formulier in te vullen. Vorig jaar heeft het project 77 duo’s gematcht. In 2025 is het streefcijfer 90.