In gelijk welke stad is de hunker naar wat groen altijd aanwezig. En aangezien alle kleine beetjes kunnen helpen besloot ik deze zomer zelf een gevelplant te installeren. Niet dat ik zo’n wereldverbeteraar pleeg te zijn, maar het leek me een ideale zomeractiviteit. Zoveel inspanning zou dit nu ook weer niet vergen: tegeltje uitbreken en plantje erin zetten, simpel toch? Na wat ge-Google bleek het simpel plan toch iets geavanceerder te zijn dan gedacht.
Om stoeptegels uit te breken moet je toestemming hebben van je gemeente. Maar hoe en waar kan je hiervoor eigenlijk terecht? Even surfen naar brussel.be en ‘gevelplant’ intypen op hun website, maar het resultaat was noppes. Na veel variaties op het thema kwam ik uiteindelijk bij de dienst ‘Milieuraadgeving’ uit. Door hen werd ik doorverwezen naar de dienst ‘Espaces Verts’ of ‘Groene Ruimtes’ (Werkhuizenkaai 97, 1000 Brussel | +32 2 279 61 03). Na wat aandringen kreeg ik antwoord met het nodige formulier in bijlage. Wow, licht aan het einde van de tunnel.
Het formulier was, in tegenstelling tot sommige andere gemeentelijke papieren, vlot leesbaar en begrijpbaar. Bleek dat er wel een leuke uitdaging aan vast hing. Uit een bijgevoegde lijst met plantennamen moest ik een top drie samenstellen. Enkel was het een oplijsting met Latijnse benamingen en voor iemand die géén Latijns heeft gestudeerd is zoiets géén kattenpis. Ik vermoed trouwens dat er bij ‘Espaces Verts’ zeker en vast enkele creatieve intellectuele geesten aan het werk zijn, want om een plant als ‘Clematis Orientalis Bill MacKenzie’ of ‘Lonicera Brownii x Dropmore Scarlet’ op de lijst te zetten moet men toch een zekere joie de vivre bezitten? Respect, want zelfs Google had het moeilijk om dergelijke ingaven te verwerken.
Overige afspraken waaraan je je moet houden lijken me logisch: maximaal 30×60 cm uitbreken (wat overeenkomt met twee betontegels), 1m50 vrije doorgang laten en 60 cm van uw buur wegblijven. Als je huurt moet je toestemming krijgen van de eigenaar.
Aan de slag dan maar. Brico Plan-It bleek zoals vaker de ideale ‘partner in crime’ te zijn. Op m’n winkellijstje stond een kubusvormige pot van 30×30 cm, 40kg potaarde, 1 zak hydrokorrels en niet te vergeten een ophangsysteem. Op gebied van planten liet Brico Plan-It het jammer genoeg afweten, uiteindelijk ben ik bij Aveve te Dilbeek beland.
Volgend gedeelte was er eentje van spierkracht en machinaal geweld. De tegel gaf zich niet snel gewonnen. Beitel en hamer moesten snel plaats maken voor een pneumatische drilboor. Het verzet brak hierdoor snel en de onderbuik van de straat werd zichtbaar!
Verder is het essentieel voor de levensduurte van de plant dat de put wordt uitgegraven tot op de echte aarde (+/- 50 cm). Intussentijd had ik de bodem uit de bloempot gezaagd en mocht hij plaatsnemen op z’n eindbestemming. De put werd afwisselend gedemd met een laagje potaarde en hydrokorrels. Deze houden water vast en zorgen ervoor dat het vocht geleidelijk aan wordt afgegeven aan de wortels van de plant. Met de nodige evenwichtsoefeningen op de vier meter hoge ladder is het ophangsysteem uiteindelijk aan de gevel bevestigd geraakt. De zigzagstructuur met een 3 mm dikke staalkabel moet de plant een stevig canvas bezorgen om te kunnen groeien.
El punto final: de plaatsing van de plant! De keuze viel op een Clematis wat betekent dat Bill MacKenzie het heeft gehaald van de Dropmore Scarlet. -Sorry Scarlet!- Een Clematis kan blijkbaar goed tegen de zon, heeft weinig water & verzorging nodig, groeit snel en in tegenstelling tot klimopsoorten beschadigt het de gevel niet. Een ideale plant voor een luie stadstuinierder als ik.
Enfin, nu maar hopen dat hij de Brusselse jungle overleeft en z’n weg naar boven weet te vinden. Fingers crossed!