Zin in een potje rampentoerisme ?
Ver hoef je daarvoor niet meer te reizen.
Afstappen aan de beurs, hooguit vijf minuten.
Er is nu immers ook een Tentenkampje in Brussel.
Op de hoek van de Kogel- en Kartuizersstraat hebben een aantal clochards met behulp van paletten en Rode Kruisdekens een primitief onderkomen gezocht.
De plek is uitmuntend : ze leunen tegen het luxueuze Clos des Chartreux. Dat is zeer Brussels.
In andere steden bevinden de bidonville’s en krottenwijken zich in de wijde periferie. Niet hier : arm en rijk schuren tegen mekaar aan, in volle centrum.
Twee schoffies gooien met stenen naar de schooiers die daar halfdronken liggen te slapen. Dat is geen kattenkwaad, dat is een laffe daad.
Het zijn jochies van hooguit twaalf jaar.
Het excuus dat ze niet aan de bak geraken of een gebrekkige vooropleiding genoten houdt hier geen steek.
Ze hebben het enkel aan zichzelf te wijten.
Als ze targets zoeken kan ik ze wel wat ander uitschot aanbevelen dan die arme daklozen onder hun ranzig tentzeil.
Misschien spelen ze Intifada ?
Vreemd, door wie of wat worden ze bezet of gekoloniseerd ?
Ik roep even : “Hola!”, maar besef dat dit een wanhoopspoging is.
Nog erger, wat ik had gevreesd, de kleinste heeft mij nu als mikpunt uitgekozen.
“ça va ?” roep ik nog. “Va jouer ailleurs..” – Het helpt geen zier, het lijkt alsof ik niet besta. Ze lachen me gewoon vierkant uit.
Twee stadswachters komen langs en wijzen de kinderen terecht.
“C’est eux qui ont commencé..” zegt de oudste.
Nou breekt mijn klomp. “Absolument pas vrai,” zeg ik.
Achter de rug van de stadsbeambten steekt de kleine zijn middenvinger naar mij op. Met dat kereltje ben ik nog niet klaar, of hij niet met mij ?
Uiteindelijk lopen ze weg en schelden ons nog wat na.
Als we de schade gaan opmeten onder het zeil is er niets aan de hand.
Beide clochards sliepen rustig door.
Ze hadden wat rumoer gehoord in de verre omgeving.
Maar het lag blijkbaar ver van hun bed.
william deraedt
hetrijkderzinnekes.blogspot.com