Categorieën
Mobiliteit Wonen in Brussel

Verbale agressie op de MIVB, een vak apart

Gisteren diende ik eenmalig de bus 34 te nemen richting Naamsepoort op de hoogte van de Vorstlaan. Het beginpunt van de rit ongeveer en meestal een vrij lege bus, maar dat bleek om 17u50 toch even anders. Er staan een tiental mensen voor mij die ik maar laat voorgaan, ik heb toch slechts 4-5 haltes te gaan. Ik merk dat 2 allochtone vrouwen met een kinderwagen de chauffeur kennen en elkaar begroeten. Ik probeer hetzelfde maar krijg geen respons van de man. Nou ja, dan maar niet.

Ik begeef me naar achter in de bus. De 2 vrouwen nemen elk 1 van de openklapbare stoelen, en zetten de kinderbuggy op de plaats waar alle overige stoelen openklappen. Mij niet gelaten, ik ging toch niet zitten. De volgende halte stapt een andere vrouw op met een kinderbuggy, alsook een man die mogelijk een lichte mentale handicap heeft (of gewoon een bijzonderling is, dat zal ik wel nooit weten). Hij murwt zich tussen de eerste buggy die over de gang staat en de doorgang blokeert, en zet zich voor 1 van de stoelen voor gehandicapten, en probeert teken te doen of hij mag zitten. De vrouwen kijken de andere richting uit. De man neemt de wagen dan maar zelf vast en vraagt met vriendelijke stem of hij die enigzins wat mag verpl.. – De vrouw steekt zich af in een Franse colère, geeft de man een duw, en begint te vertellen dat zij een abonnement heeft zoals iedereen en ze haar baby wel vaker meeneemt, dat het haar niet kan schelen dat de andere mensen wat dan ook dan moeten doen, en die plaats gereserveerd is voor buggies. Ik merk dat de man volledig verbouwereerd zit, terwijl andere reizigers hem eerder uitlachen.

Goed, wellicht kennen sommigen mijn mening over kinderbuggy’s ondertussen. Spitsuren, de MIVB-voertuigen, en die buggy’s op 1 bordje presenteren is vragen voor een zieke maag. Ik heb soms al voertuigen 5 minuten weten verliezen in haltes louter omdat de mensen niet konden uitstappen en de personen weigerden zelf te bewegen, vaak met meldingen als ‘attention au bébé merde!’. Hier gaat het mij dan ook een tikkeltje te ver, aangezien er plaatsen over zijn en ik niet zeker ben of de man er dan nog daadwerkelijk ook recht op heeft.

Ik wijs dus de vrouw er ook vriendelijk  op dat de blauwe verf duidelijk een man in een rolstoel aangeeft, niet een kinderwagen, en de man mogelijk echt moet zitten. Plots krijg ik beide meiden over mij. Ik ben de advocaat van de duivel, mijn kop staat hun niet aan, ik kan maar best zien dat ik ze nooit meer tegenkom, ’ta geule’, elke Brusselaar kent het wel zeker? Nu, ik woon niet ver van waar die personen wonen (ik meen ze nog gezien te hebben), dus voor hetzelfde geld voegen ze de daad bij het woord als ik ze volgende keer met hun man op straat tegenkom.

Goed, ik stap zonder veel hoop (hij kent hen, remember) op de buschauffeur af. Die vertelt mij, wel op vriendelijke toon, kort eigenlijk ‘whatever’, en dat ik het maar bij de dispatching moet melden. Nu goed, ik moet toch uitstappen. De centrale duurt mij ongeveer 5 tot 10 minuten om aan de lijn te krijgen (een 070 nummer dan nog, chapeau) en die geven mij ook een omfloerste ‘whatever’ en zeggen mij dat ik maar op de website de rubriek vragen en klachten moet invullen. Dat formulier ken ik, ik ken ook mensen die ervoor werkten. Dat is volledig nutteloos, enkel wat stagiairs die het nalezen en geprefabriceerde antwoorden de lucht in gooien, maar goed, dan doe ik dit toch.

Ik beslis om toch even naar de politie te bellen om te vragen of ik wel veilig zit, maar verbale agressie blijkt in Brussel geen grond te zijn voor een klacht. Ik moest terugbellen wanneer ik ze daadwerkelijk was tegengekomen en zodra ik iets als een bloedneus had (letterlijk de woorden van de politie van Elsene!).

Iemand soortgelijke ervaringen? Ik viel toch enigszins van mijn stoel. De hoofdstad van Absurdistan slaat weer toe.

Share