In het Volkshuis aan de Parvis tekent het meisje met de oranjebruine pull en de weelderige krullen met een hele oude pennenstok. Ze doopt de punt van de pen in een glazen inktpot en laat zich door niets of niemand afleiden. Heel alleen zit ze aan een tafeltje omringd door de ICT-freaks, dure laptops die meestal de voorste tafels bezetten.
Heel soms verlegt ze het boek, een beetje schuin, één keer legt ze het vertikaal, dan weer helemaal open in de breedte. Punctueel, met uiterste zorg, diep geconcentreerd maar toch ontspannen zet ze streepje na streepje. De rust die ze uitstraalt heeft de warmte van een stil haardvuur bij valavond, als het net begint te sneeuwen. En dan, behoedzaam en geruisloos als vlokken vallen er kleine vlekjes op het helwitte papier. Het is geen slordigheid, het gebeurt heel bedachtzaam. Met losse hand maar heel aandachtig laat ze de inkt zijn werk doen, alleen maar medium tussen koker en blad.
Onderwijl is ze ook dichter. Met grote sierlijke krullen schrijft ze korte verzen over en rond de tekening. Heel soms glimlacht ze, stopt ze, om minutenlang haar werk te schouwen. Nooit kijkt ze opzij, door het raam, rondom haar. Eén met de inkt en het papier. Een diepe rust daalt over het rumoerige Volkshuis, het lijkt alsof iedereen stilstaat, een onwezenlijke videostill, zelfs de muziek verstomt. Iemand heeft de pauzeknop ingeduwd.
En plots, alsof de hemel haar heeft opgeslokt is ze verdwenen, alles is volbracht. De Engel is weergekeerd naar het Hemelhof. Langzaam, heel langzaam, herneemt het leven in het Volkshuis. Oh God, wees mild, laat het nu zachtjes, heel zachtjes sneeuwen.
En zo geschiedde.
meeroverbrussel : http://hetrijkderzinnekes.blogspot.com/