tekst FR: Pierre Duys (je me souviens de bxl), vertaling: BrusselBlogt
Je me souviendrai toujours de la place de Brouckère le jour où l’on a démonté la grande fontaine en bronze, Bruxelles fut amputée, elle clopinait bêtement sur une seule patte, cela ne s’oublie pas. Je me souviens que des ouvriers l’ont découpée, cette fontaine, au chalumeau, en deux: le sommet se trouve tout au bout, Quai aux Briques, devant “le petit chicago”. La base, je ne sais pas où elle fut transportée. C’est fou, non, de démanteler une fontaine et de la replacer ci et là, en morceaux.
L’architecture, à Bruxelles, c’est du pareil au même. On appelle cela la Bruxellisation. En français, si l’on pince lèvres et fesses, on dirait Façadisme. Le façadisme est enseigné dans les écoles d’architecture du monde entier, paraît-il, hein, je n’y suis pas allé: la Bruxellisation, ce qu’il ne faut SURTOUT PAS FAIRE. Abattre tout et garder hypocritement la façade, refaire le reste à neuf, Bruxelliser. Alors, dit-on, les Bruxellois sont des râleurs, les édiles feignent de ne pas comprendre pourquoi les Bruxellois pestent contre leur ville et les promoteurs avec lesquels les baillis s’entendent très bien.
En Bruxellois, en patois de Bruxelles, “de schieven arkitekt” est l’une des plus suprêmes insultes qui signifie “l’architecte de traviole”. Comme dans “schieve lavabo” qu’on balance à qui porte la gueule de traviole. Au moins cela on ne leur détruira pas, leur humour, aux Bruxellois.
–
Het zal me steeds bijblijven, de dag dat ze de grote bronzen fontein op Place de Brouckère ontmantelden. Brussel leek wel geamputeerd, hinkte afzichtig op één been, zoiets vergeet men niet licht. Ik herinner me dat arbeiders het geval uit elkaar haalden, in twee stukken , met een brander. Het bovendeel bevindt zich nu helemaal aan het eind van de Baksteenkaai, voor ‘Klein Chicago’. Waar het onderste deel is terecht gekomen is me niet bekend. Toch al te gek dat men een fontein demonteert en de stukken dan, hier en daar verspreid, terugplaatst.
De architectuur in Brussel is in het zelfde bedje ziek. Bruxellisation is de term die men erop plakt. In het Frans, met lippen en billen op elkaar gedrukt, zou het façadisme worden. Het schijnt dat het façadisme in architectuurscholen over de hele wereld onderwezen wordt, heb ik toch gehoord. Ik heb ze niet bezocht, die scholen. Bruxellisation, dat men het achterwege laat! Bruxelliser, een gebouw helemaal afbreken, enkel de façade over houden om er een nieuwbouw achter neer te poten, hypocrisie ten top als je het mij vraagt. Brusselaars schelden er maar op los, zegt men dan. Raadsheren faken hun onschuld, begrijpen niet waarom Brusselaars hun stad uitspuwen en tekeer gaan tegen bouwpromotoren die de rechters aan hun kant hebben.
In het Brussels, in het dialect dat de Brusselaars spreken, is ‘schieven arkitekt’ een van de zwaarste beledigingen die men kan bovenhalen. ‘L’architecte de traviole’ zegt men in het proper Frans. Traviole, net als in ‘gueule de traviole’ wat scheve smoel betekent. ‘Schieve lavabo’ wordt dat in het Brussels. Getuigt ook niet van veel eerbied als men iemand ‘schieve lavabo’ naar het hoofd slingert. Humor houden ze wel levendig, die Brusselaars. Hebben er en houden het. Niet kapot te krijgen.