Zie de oude vrouw hoe ze, haast strompelend, het zebrapad trotseert aan het kolkende Albertplein. Traag, een schildpad gelijk, terwijl de wagens al staan te grommen. Ze steunt op haar buggy en ze raakt net aan de overkant, hijgend. De roltrap naar Tram Vier lijdt aan lichte Parkinson, zoals veel roltrappen in de hoofdstad. Dat riskeert ze niet, ze weifelt even, schudt haar hoofd, iemand reikt haar een arm c’est gentil madame.
Je ziet ze overigens haast nooit na vijf uur, de oude Brusselaars. Hoe zouden ze ? Langs manke of stilstaande roltrappen, rollades of rolstoelen kan je al helemaal vergeten. Ouden van Dagen, enkel overdag getolereerd, en dan nog. De stad, deze stad, is ontiegelijk wreed voor haar grijsaards.