Categorieën
Brussel-Stad Duurzaamheid Mobiliteit Wonen in Brussel

Vaders voor Pic Nic the Streets

Overgenomen van de Facebook-pagina van Joost Vandenbroele

Op zondag 9 juni vindt er op het Beursplein en op de Anspachlaan in het centrum van Brussel een tweede grote protestpicknick plaats. Burgemeester Freddy Thielemans noemt de nieuwe actie van de burgerbeweging Pic Nic the Streets “zinloos” en stelt aan de picknickers voor om hun strijdterrein te verplaatsen naar andere Brusselse gemeenten, niet naar plaatsen in ‘zijn’ Stad Brussel dus. Hij heeft immers zonet een studie gelanceerd die moet onderzoeken hoe snel het Beursplein en een deeltje van de noord-zuidas autovrij kan worden gemaakt. Wij, enkele jonge Brusselse vaders, willen ons inzetten voor deze stad en daarom komen wij zondag dus wel, mét onze kinderen, naar het Beursplein.

Meer dan 1.700 mensen bevestigen vandaag op Facebook dat ze op de protestpicknick aanwezig zullen zijn. Die picknick vindt plaats precies één jaar na de eerste Pic Nic the Streets-actie. Toen kwamen 2.500 mensen datzelfde plein inpalmen, met belegde broodjes, onversterkte muziek en veel gezellig gekeuvel. De burgemeester van Brussel-Stad vond het toen allemaal heel sympathiek en veel Brusselse politici kwamen toen in volle pre-electorale periode de picknickers vervoegen.

Vandaag ligt het anders,vanwege die fameuze studie en vanwege het duidelijk engagement van de PS-burgemeester om het Beursplein (en meer?) autovrij te maken. Waarom gaan wij dan eigenlijk nog op het Beursplein picknicken? Is het dan niet genoeg dat het stadsbestuur een studie lanceert? In die studie staat toch duidelijk dat er een voetgangerszone ‘zou moeten komen’ tussen het de Brouckèreplein en het Fontainasplein? Waarom gaan we niet ergens anders onze boterhammen opeten, op een plaats waar de toekomst er minder rooskleurig uitziet?

Wel, de publieke ruimte in de Stad Brussel is nog altijd niet van zo’n goede kwaliteit dat wij er prompt trots en gelukkig van worden. Nog dagelijks zien wij pleinen en straten die slecht zijn aangelegd, waar gemotoriseerd verkeer alle plaats krijgen en fietsers en voetgangers niets, waar wij met onze kinderen niet durven te passeren uit angst dat ze worden omvergereden of omdat we nergens rustig kunnen zitten. Soms willen we er ook gewoon niet passeren, omdat ze slecht onderhouden of ongezellig zijn. En ja, ook autorijden in Brussel is geen pretje. Er is nog werk aan deze stad. En er is zeker nog werk aan de binnenstad.

Het Beursplein is een symbool, en vandaag de belangrijkste afspreekplaats in het hart van de Europese hoofdstad. Maar langs dat centrumplein lopen nog altijd vier autorijbanen en fietsen hebben er nog altijd geen afgescheiden fietspad die naam waardig. Als voetganger loop je er verloren tussen spuuglelijke bloembakken, een veelheid aan verbodsborden, paaltjes, reclamepanelen, etc. Dat het Beursplein een bekende plek is om af te spreken, is historisch gegroeid, niet omdat het er gezellig toeven is.

Met veel mensen samenkomen (in de vorm van een laagdrempelige picknick) op éénzelfde plaats verandert voor heel even die anders zo individuele publieke ruimte in iets collectiefs, in iets dat van ons allemaal is. En die stedelijke collectiviteit is iets wat Brussel nodig heeft, wat wij vaak missen. Want wij hebben nood aan die collectiviteit om ons thuis te voelen in een stad. Daarom is het logischer om te kiezen voor een plaats waar we elkaar makkelijk terugvinden. Los van het feit of de bevoegde politicus daar nu een heraanleg plant of niet.

Oké, maar moet dit dan echt een ‘burgerlijk ongehoorzame’ actie zijn? Waarom vraagt Pic Nic the Streets geen toestemming aan het stadsbestuur? Wel, vragen al die dubbelgeparkeerde auto’s, claxonnerende automobilisten en ongeduldige taxichauffeurs de toelating aan het stadsbestuur om bijna dagelijks ons goed humeur te verpesten? Neen dus. Wij doen het voor één keer op onze manier, geweldloos en met een picknickdeken. Voor één keer zijn het wij die een plaats opeisen, een plaats die symbool staat voor de manier waarop in Brussel nog altijd gemorst wordt met de publieke ruimte, waar families, jongeren en zachte weggebruikers nog altijd moeten vechten voor hun plekje. Met een picknick doe je mensen dromen over hoe Brussel er kan en moet uitzien. En om te dromen vragen wij geen toestemming.

  • Bart Fransen, Sint-Joost-ten-Node, vader van Clara (5 jaar), Irene (3 jaar) en Lucas (1 jaar)
  • Ben Bellekens, Jette, vader van Hanna (4 jaar) en Ode (6 maanden)
  • Bob Dewispelaere, Sint-Gillis, vader van Nelson (1 jaar)
  • David Leyssens, Sint-Jans-Molenbeek, vader van Charli (1 jaar)
  • François Filleul, Etterbeek, vader van Alba (2 jaar) en Elen (1 jaar)
  • Frédéric Grzeszczak, Sint-Joost-ten-Node, vader van Jules (4 jaar)
  • Jeroen Verhoeven, Vorst, vader van Nino (2 maanden)
  • Joost Vandecasteele, Brussel-Stad, vader van Arthur (4 jaar)
  • Joost Vandenbroele, Schaarbeek, vader van Esmée (5  jaar) en Odette (2 jaar)
  • Liévin Chemin, Schaarbeek, vader van Stan (19), Abdias (7  jaar), Béthel-Félix (5 jaar) en Jisraël (2 jaar)
  • Philippe Serruys, Schaarbeek, vader van Naël (6 jaar) en Linne (4 jaar)
  • Steyn Van Assche, Brussel-Stad, vader van Lotte (6 jaar) en Wannes (4 jaar)
  • Stijn Beeckman, Schaarbeek, vader van Luiz (4 jaar) en Mila (3 jaar)
  • Tomas Borremans, Sint-Jans-Molenbeek, vader van Janne (4 jaar) en Lou (2 jaar)
Share