Het is niet wat we denken.
Goed en slecht niet meer als tegenpolen.
Maar vredig naast elkaar.
In de gangen van het metrostation, loopt de wereld naast elkaar. Op de zeldzame vrije vierkante meter perron staan ze broederlijk naast elkaar: de zakenman en de zwerver. Beiden zijn klaar voor een dag werken, geld in het laatje brengen, elk op hun eigen manier. Ze doen het, ze doen hetzelfde, maar zijn zo verschillend.
Ze checken allebei aan het begin van de ochtend. De ene de beurscijfers op zijn iPad, de ander de schrijfwijze op zijn kartonnen bordje. Daarmee begint de dag. Gevolgd door een bekertje koffie on-the-road voor de ene. De ander prefereert een halfvol achtergelaten blikje bier. Elk zijn smaak natuurlijk en de dag is nog lang, je mag best met iets strafs beginnen. De ene keilt zijn beker achteloos richting vuilnisbak, de ander houdt zijn blikje bij, dat kan straks misschien nog dienen.
Het contrasteert schoon: de hoogbouw van de ene naast de bomen van de ander. (Sara Van Looveren)
— Het is een beetje zoals de Wetstraat. Vier rijbanen, allemaal in dezelfde richting. Het voetpad dat nog snel tussen de goot en de glazen appartementsblokken is geduwd. Het ene rood licht achter het andere, ingangen van parkings wisselen af met draaideuren van hoofdkantoren. Auto’s, fietsen en snel stappende mensen in overvloed. Met wat geluk groeit er een grassprietje tussen de straatstenen. Maar elke zijstraat geeft uitzicht op een stukje werkelijkheid: bomen, een kerk, leven… —
De ene zit in de gebouwen waar de ander langsloopt, onderweg naar nergens in het bijzonder. Of toch, liever een paar bomen of de treden van een kerkje. Voor beide iets lichtgevends, de ene is tevreden met een televisiescherm wanneer de avond de mens passeert. De ander kiest resoluut voor strategisch geplaatste straatlantarens of verlichte winkelruiten. Het zijn de plekken waar de mens passeert in de avond.
Ze leren allebei van het leven. De ene proeft binnen, de ander buiten. De smaak van nat gras of vers gedrukt papier. De ene ruikt binnen, de ander buiten. De geur van toeristenwafels of broodjeslunch. De ene ziet binnen, de ander buiten. Het beeld van dansende letters of passerende mensenbenen. De ene voelt binnen, de ander buiten. De stof van een bureaustoel of achtergelaten fleecedekens.
En toch blijven we zeggen: De ene hoort binnen, de ander buiten.
De ene is de wereld en de ander denkt de wereld te bezitten.
Wie is wie, en wie is er zichzelf?
Eerder verschenen op Voorlopig zonder titel