Er bestaan prettiger plaatsen om op een trein te wachten. Je gaat van een ondergrondse tussenverdieping nog een trap af en voor je weg bent krijg je minstens twee of drie aanstormende gedrochten die als een geaccidenteerde stop moeten maken op je dak. Voor wie er gewoon aan geworden is stelt het weinig voor maar ga er als een op rust gestelde buitenmens maar eens een kwartier staan, op een van de weinige perrons onder het Centraal Station. Die vervloekte Noord-Zuidverbinding kan je aan de ribben blijven plakken. Mij niet echter.
Een verklaring. Je bent technisch geschoold en blijft onder de indruk van wat vooruitgang kan betekenen. De kaalslag uit de vorige eeuw neem je er dan maar bij. Tunnels van enige omvang werden nog uitgegraven, moet je weten. Het stedelijk weefsel moest er over enkele kilometers helemaal aan geloven. So what. De voorstad groeit en de binnenstad betaalt de rekening. Wie in de binnenstad maakte er zich druk over? Dat Centraal Station is overigens geen miskleun geworden en is die kaalslag wel waard gebleken.