Nick Trachet neemt de lezers van Brussel Deze Week elke week mee op een culinaire reis. Zowel obscure als alom bekende voedingswaren neemt hij onder de loep en onderwerpt hij aan een smaaktest. Nu heeft hij zijn exotische columns gebundeld in een boek dat hij gisteren voorstelde in Het Goudblommeke in Papier: Exotisch en dichtbij. Achter een rijk gevulde tafel vertelde hij over zijn passie voor eten. De reacties van het publiek bleven niet uit. Wat mensen al niet eten!
Op het menu stonden gisteren onder meer johannesbrood, kwal, kwanga, okra, safou, tamarinde en yamboon. Het minste wat je kunt zeggen, is dat Trachet openstaat voor nieuwe culinaire ontdekkingen. Hij verafschuwt eentonig eten en heeft het niet begrepen op de grootschalige, industriële productie van uniforme levensmiddelen. “Koop mij,” schreeuwen al die onbekende, en dus onbeminde groenten en fruit naar hem. Hij wil alles proberen, zolang het niet giftig is. Vele exotische producten hebben voor hem geen geheimen meer, omdat hij lange tijd in de tropen woonde. Na zijn studie Mariene Zoölogie aan de VUB werkte hij namelijk voor visserijprojecten in Suriname en op de Fiji-eilanden.
Als wetenschapsjournalist wil Trachet weten waar voedsel vandaan komt. Hij schrijft over alles wat in Brussel te koop is. Een moreel oordeel velt hij niet. Al maakt hij zeker geen reclame voor haaienvin. Het is helemaal niet lekker, maar het is nu eenmaal de broodwinning van arme vissers en een statussymbool voor rijke consumenten. Als je in een doorsnee Chinees restaurant haaienvinnensoep op de kaart ziet, kun je er echter zeker van zijn dat er geen dure haaienvin in zit.
Voedsel hangt onlosmakelijk samen met culturele conventies en de maatschappelijke context. Zo eten we in ons land geen insecten, al maken we graag een uitzondering voor een insectenproduct als honing. Tapioca voegden we lange tijd toe aan onze soep, omdat we het basisproduct, maniok, uit Congo importeerden. In Frankrijk was het daarentegen onbekend. Gezondheidsnormen gelden alleen in het rijke Westen. Arme mensen eten gewoon wat ze kunnen vinden.
Waar gaat Nick Trachet in Brussel op schattenjacht? De markt van het slachthuis van Anderlecht en de straten errond hebben een schier onuitputtelijk aanbod, omdat er zo veel culturen vertegenwoordigd zijn, van Afrikanen tot Oost-Europeanen. De Gentsesteenweg grossiert in Pakistaanse supermarkten. Aan Sint-Katelijne vind je Chinese eetwaren. In Evere zijn er sinds kort Indiase winkels voor de talrijke ICT-expats. Meestal hoeft hij het niet ver te zoeken en vindt hij zijn gerief in een buurtwinkel in zijn woonplaats Laken.
En dan is er nog de magie van gratis voedsel als je bessen en paddenstoelen plukt. Trachet deed zich ooit tegoed aan slakken (petits gris) uit eigen tuin. Het kostte uren schrob- en spoelwerk om de beestjes tafelklaar te krijgen, maar het was een groot succes bij de vrienden die hij erop trakteerde. Smakelijk.
‘Exotisch en dichtbij’ van Nick Trachet is verschenen bij ASP Editions en kost 19,95 euro. Zijn columns zijn te lezen op de website van Brussel Deze Week. TVBrussel wijdde een reportage aan hem.