Achtergelaten boodschappenlijstjes intrigeren me. Ik vind ze geregeld bij de ingang van de winkel, bij de boodschappenkarren, bijvoorbeeld aan de Colruyt in Vorst. Het is sterker dan mezelf. Ik werp er steevast een blik op en neem de buit vaak mee naar huis voor verdere studie.
Vanwaar die aantrekkingskracht? Boodschappenlijstjes geven een discrete, subtiele inkijk in het leven van een mij onbekende persoon. De Sherlock Holmes in mezelf gaat op zoek naar sporen. Luiers wijzen uiteraard op de aanwezigheid van een kind in het gezin, diervoeder op het bezit van een huisdier. Aan het aantal stukken groenten en fruit valt af te leiden of de klant (of de partner of ouder die het lijstje voor hem of haar heeft opgemaakt!) een gezonde levensstijl nastreeft. Luxeproducten als kreeft of whiskey zijn een teken van rijkdom. Een zelfverklaarde wijndrinker is naar alle waarschijnlijkheid geen gelovige moslim. Diepvriesmaaltijden zullen wellicht iets meer voorkomen bij alleenstaanden en mensen die niet van koken houden. Veelvuldige schrijffouten verraden een lagere opleiding of een anderstalige achtergrond.
De schoonheid zit hem ook in de inspanning van het neerschrijven van de gewenste waren. De schrijver maakt een inventaris op van zijn behoeften die door de koper – dezelfde of een andere persoon – vervuld worden. Door te schrijven schept de schrijver orde in de chaos. In een supermarkt vol aanbiedingen en verlokkingen streeft hij ernaar bewust te kopen. Het lijstje is eenmalig en vluchtig. Na gebruik wordt het weggegooid. Tot een geïntrigeerde lezer het vindt.
Uit de oogst van vandaag: banane / beurre / speculoos / gateau / chocolat / yaourt / jambon / carottes + (niet volledig te ontcijferen, maar iets als ‘balléno’) demain? / parmesan.