Frans Gooskens komt uit Breda. Elke zomer verblijft hij een maand in Brussel. Op zijn eigen blog en op BrusselBlogt brengt hij verslag uit. Dit is zijn laatste bijdrage.
Ik ben een groot liefhebber van de markt, vooral vanwege de marktkooplui. Zij doen hun eigen inkoop en verkoop en daardoor hebben ze meer verstand van hun waren dan de gemiddelde medewerker van een supermarkt. In Breda bezoek ik iedere vrijdagochtend de markt op de Grote Markt voor groenten en fruit, kaas (bij Leo, specialist in boerenkaas) en verse of gebakken vis bij visboer Jonk.
In vergelijking met Breda is Brussel de overtreffende trap op het gebied van markten. Overal en op alle dagen is er wel een markt. Drie zaken springen er echt uit in Brussel. Dat zijn ten eerste de markten waar je wat kunt eten en drinken. Vlak bij ons huidige woonadres is er bijvoorbeeld de maandagmarkt op het Van Meenenplein. Buurtgenoten met een wat dikkere portemonnee en de betere banen drinken hier hun wijntje, prikken er een vorkje en praten bij. Ik kan nu zelf de Thai aanbevelen. Het blijft nog lang na de officiële sluitingstijd (19 uur) gezellig hier.
Een tweede marktwinnaar van Brussel zijn de zondagmarkten. Ik heb zelf goede herinneringen aan die op het Flageyplein en nu hebben we de markt op het plein voor de kerk van Sint-Gilles binnen loopbereik. Eerst naar de kerk (voor wie dat nog doet) en dan op de markt je inkopen doen. De beloning is je eerste pintje van de dag op een terras.
Ten slotte wil ik de gegrilde kippen nog vermelden. Zeker op de zondagmarkten ontbreken die nooit. Voor je ogen draaien tientallen kippen aan het spit boven gasbranders. Voor bedragen tussen de 7 en 15 euro kun je er eentje scoren vers van de gril. Ik probeerde een Vlaamse biokip uit en mijn bezoek uit Nederland was daar erg over te spreken. De verkoop van vers gegrilde kippen lijkt een specialisme van de Vlaamse marktkooplui. Alle twee de kippenboeren op de zondagmarkt van Sint-Gillis zijn Nederlandstalig en op de markt van het Flageyplein was dat ook al zo. Kramen met streekkaasjes en ambachtelijke broden worden dan weer vaak bemand door strak Frans sprekende handelaren. Bloemenkramen zijn dan weer vaak Vlaams. Zo heeft elke regio van België zijn specialismen op de gezellige Brusselse markten.