Sensatie en sensualiteit in BOZAR, komt dat zien!
Bloot en de Belgen, zelfs tentoongesteld in één van de voornaamste musea van het land, het blijft een spannend evenement. Het liefst van al kijken wij door het sleutelgat van de glazen deur, of staan we ons ongeduldig op te laden in de lange wachtrij daar naartoe.
Maar we hebben het hier wel over de grootmeester, onze eigenste Rubens, de man die het licht op doek heruitvond, en dus trekken we- gesterkt door de verplichting der geschiedenis- naar de openbaring van de verantwoorde naaktheid.
Peter ofte Pieter Paul Rubens, geboren in 1577 in Duitsland, verhuist op 12-jarige leeftijd -2 jaar na de dood van zijn vader- met zijn moeder naar Antwerpen, alwaar hij als welopgevoede katholiek toch een humanistische opleiding krijgt. Op zijn 14 jaar wordt hij ingeleid in de schilderkunst en plant zodoende de kiem van zijn voetprint op de tijdlijn der geschiedenis. Tussen 1600 en 1608 verblijft hij in Italië, wat zijn latere werk sterk zal beïnvloeden.
Rubens beheerst de magie van de weergave, de vertaling van verbeelding op doek, met een technische precisie waar geen pixel tegenop kan. Zijn werken stralen lichtheid uit, en licht, alsof afwezige spots alle zwaartekracht wegstralen en de voluptueuze personages uit het schilderij heffen. Hij brengt levensechte imitaties van irreële creaturen, vaak volslanke godinnen in sensueel conflict met gespierde duivels. De strijd tussen goed en kwaad, de afbeelding van de bourgeoisie, landschappen en boerenkermissen, agressie en gruwel, en ook lieflijke romantiek. Rubens kent de tegenstelling en laat zich inspireren door de mens zelf, zijn omgeving, zijn dagelijkse gewoontes en zijn ijdelheid.
Volgens John Ruskin ontbrak het hem aan ware passie en zocht hij de serieusheid, maar details in zijn beelden verhullen een knipoog naar de ironie in het bovenmenselijk willen zijn van de mensheid. Een ware meester waar de brave Belg zonder schroom wellustig trots op wezen mag. Allen daarheen.
De tentoonstelling Sensatie en Sensualiteit. Rubens en zijn erfenis loopt nog tot 4 januari 2015 in het Paleis voor Schone Kunsten.
