Het team van de Gentse nachtburgemeester Edmond Cocquyt heeft gedurende twee jaar het Brusselse uitgaansleven verkend. Het resultaat is een indrukwekkend caféplan dat 1.251 etablissementen inventariseert. “Brusselaars, studenten, alternatievelingen en marginalen, expats, Vlamingen en Walen, iedereen moet op café”, zegt de maker.
Cafés zonder bier
Het plan illustreert de diversiteit van het cafélandschap in Brussel, temeer daar de definitie van café bewust breed gehouden is. Bobbejaan Schoepen zou zich wellicht omdraaien in zijn graf, maar er bestaan zelfs cafés zonder bier. Marokkaanse theehuizen hebben hun plaatsje verdiend op de kaart, naast volkse en hippe cafés, eetcafés, hotelbars, jazzclubs, danscafés, bingocafés, rendez-vous- en paaldanseressencafés, ambtenaren- en studentencafés, gaybars, chichabars, wijnbars, Irish pubs, voetbalkantines, Afrikaanse vzw’s, Poolse cafés en zelfs een kattencafé en een siëstabar.
Geen best of
De sterkte van het plan ligt in het feit dat het volledige aanbod zonder onderscheid in kaart gebracht wordt. De beknopte, maar trefzekere beschrijving geeft duiding over het interieur, de sfeer, de cafébaas en de drankkaart. Icoontjes geven uitsluitsel over enkele essentiële kenmerken. Zo valt op dat je aan de Sint-Mariakerk van Schaarbeek nog pintjes voor 1 euro kunt krijgen. In de Livornostraat, op de grens van Elsene, Brussel en Sint-Gillis, betaal je in privéclubs en “meedrinkzaken met hostessen” 10 euro voor een glazen boterham. Voor de liefhebber is ook het aantal bingokasten en slotmachines geregistreerd. Rolstoelvriendelijke toiletten blijven een uitzondering.
Ons oordeel
Het Brusselse caféplan dwingt respect af. De makers zijn erin geslaagd meer dan duizend kroegen te bezoeken en oordeelkundig te beschrijven, zodat je een actueel overzicht krijgt van het cafélandschap. Het nodigt je uit om de platgetreden paden te verlaten en het rijke café-erfgoed van de gemeenten rond de eerste kroon van Brussel te omarmen.
Toch een minpuntje: ondanks zijn omvang is het plan verre van volledig. Van Au Vieux Spijtigen Duivel in Ukkel, het biermuseum van Schaarbeek en A l’Espérance in Sint-Agatha-Berchem ontbreekt elk spoor, omdat ze buiten de kaart vallen. De verschillende gemeenten worden trouwens nauwelijks vermeld. In deze digitale tijden verwacht je ook een bijhorende website of een gebruiksvriendelijke app. Daarvoor hebben de sponsors (studentenservicedesk Br(ik, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en brouwerij Moortgat) nog geen budget ter beschikking gesteld.
Het caféplan werd drietalig gedrukt op 200.000 exemplaren en is gratis te verkrijgen in 500 cafés en bij de toeristische diensten.
