Ik ben altijd onderweg en ik kom overal te laat. Dat gevoel heb ik wel eens. Ik ben nu in het metrostation Brussel Centraal. Op een bank zit een man. Hij heeft een sigaret tussen de vingers. Hij praat voortdurend. Het lijkt wel dat hij praat met iemand die er niet is. Hij zwaait met de armen en spreekt een taal die ik niet begrijp.
(c) Florent Liard, Hopeless, Metropolitan Brussels, Belgium 2006
De mensen die voorbijlopen kijken stiekem naar hem. De man praat in zichzelf en hij ziet de mensen niet. Af en toe neemt hij zijn sigaret in de mond. Dan is het voor even stil.
Veertig jaar. Zo oud schat ik hem. Hij heeft blond haar. Zijn haar is helemaal in de war. Zijn kleren zijn vuil en versleten. Hij loopt op blote voeten. Ze zijn zwart van het stof dat op de straten in Brussel ligt. Hij heeft mij nu wel gezien. Hij maakt gebaren naar mij en wil met me praten. Ik doe teken dat ik hem niet begrijp.
De metro is er en ik stap in. De man blijft zitten. Hij gaat nergens heen en komt nergens vandaan. De grote stad laat hem niet los. Ik zou willen dat hij hulp kreeg. Ik zou willen dat er in elk station niet alleen een dienst verloren voorwerpen was, maar ook een dienst verloren personen.
In de rubriek Met minder woorden schrijven we teksten in een duidelijke taal. Voor mensen die Nederlands leren en alle anderen. We werken samen met het Huis van het Nederlands en de website Nederlands Oefenen in Brussel (website, Facebook-pagina).