We zijn er na 14/10 alweer vanaf, maar het zal u waarschijnlijk niet ontgaan zijn: de verkiezingen staan voor de deur. Over het niveau van de gevoerde debatten wil ik het niet hebben, op wie ik ga stemmen ook niet. Neen, wel over #onebrussels.
Velen zijn het er al even over eens; ons gewestje telt veel te veel gemeenten. Een Roemeense collega begon spontaan te lachen toen ze hoorde dat de 19 baronnen en baronessen zoveel macht hebben dat ze werkelijk alles kunnen tegenhouden. Collega Ioana vertelde me dat Boekarest, dat iets minder inwoners telt dan Brussel, één centraal bestuur heeft en enkele districten die de broodnodige, sociale, persoonsgebonden aangelegenheden beheren.
Dat de 19 gemeenten nog niet door de vleesmolen gehaald werden heeft alles te maken met… democratische vertegenwoordiging en nabijheid! Nog nooit was een politicus zo nabij als in de laatste weken voor de verkiezingen, maar goed. Enkel politici zelf zullen de nabijheidskaart proberen uitspelen. Burgers weten wel beter: mensen nabij zijn straathoekwerkers, straatvegers, politiepatrouilles, bepaalde ambtenaren etc. Politici kunnen onmogelijk ‘nabij’ genoemd worden. Genoeg nabijheidspraat dus en meer actie en beleid op basis van cijfers, feiten, onderzoek en participatie. Dat het klimaat naar de vaantjes is, durven sommige vrienden politici nog te ontkennen, vanwege ‘te nabij’ misschien
Lijstvulling
Maar goed, we dwalen af. Waar het me echt om te doen is: kwaliteit. Met de lokale verkiezingen is iedereen wel op zoek naar die ene witte raaf, de bakker om de hoek die wel wat stemmetjes zou kunnen halen, de charmezanger uit het café op de hoek en ga zo maar door. Pure lijstvulling zonder kwaliteit omdat we nu eenmaal zoveel lijsten moéten hebben. Een voorbeeld ter illustratie? N-VA besloot bij het debat over Brussel-Stad Schaarbekenaar Cieltje Van Achter naar de studio te sturen. Het resultaat van deze lijstvullingsactie is niet fraai: meer dan 4.000 kandidaten staan op meer dan 150 lijsten over de 19 gemeenten verspreid. De hele lijst, een lijvig documenten van 79 pagina’s, is hier te raadplegen.
Op zoek naar eeuwige roem worden we wekenlang gebombardeerd met gekke folders van mannetjes en vrouwtjes die uw kandidaat blijken te zijn. Zelfs plaatsen 27 of 35 gaan ervoor: kaartjes, posters, folders, video’s, … het kan niet op. We worden overdonderd door blaadjes die rechtstreeks de vuilnisbak in gaan. Het is een aanslag op de papiervoorraad in Brussel en omstreken. Een dure grap overigens, want begin maar eens met het printen van folders voor meer dan 4.000 kandidaten. Het mag heus wat minder zijn.
Kwaliteit
En dan komen we weer bij kwaliteit: de rommel aan iStock-collages, illustraties, tekeningen en visuals is niet meer te overzien. Iedereen probeert zo uniek en creatief mogelijk te zijn. Maar soms, ja vandaag, is het op en worden 4.000 verschillende folders één grote smaakloze soep. En soep die eet ik het liefst warm, maar in Brussel is ze al lang afgekoeld.
Neen, geef mij maar enkele mooie stadslijsten met een mix van jong en oud, uit verschillende buurten van Brussel, mét kennis van zaken. Mensen die wel met een open en niet met een gemeentelijk vizier naar de stad als geheel willen kijken. Naar mobiliteit, veiligheid, netheid, milieu en zoveel meer. De rest lossen de districten wel op. Een goede zaak voor onze ogen, het milieu, de portemonnee van onverkiesbare kandidaten én de gemoedsrust van zovele Brusselaars. Hopelijk eten we dus ooit eens warme soep.
Deze tekst verscheen eerder op de blog Lambyk. Kwinten Lambrecht schrijft er over Brussel, communicatie, duurzaamheid, mobiliteit en een vleugje politiek.